Homilie 20 augustus Sint-Bernardus

 

 

 20 augustus Sint-Bernardus   
‘Nader tot Christus, en je zult verlicht worden’: deze woorden zijn niet van Bernardus maar van kerkvader Ambrosius uit zijn beroemde Verhandeling over de maagdelijkheid. Maar ze lijken me volstrekt van toepassing op Bernardus, de feestheilige van vandaag. De jonge ridderzoon, Bernard van Fontaine, boog onder Stephen Harding, de derde abt van Cîteaux, zijn nek onder het zoete juk van Christus. Samen met zijn vijf broers werd hij van werelds rekruut tot ridder-van-Christus. Zijn oudere vriend, Willem van Saint-Thierry, wil in zijn biografie van de heilige vooral aantonen hoezeer Christus in Bernardus leeft en spreekt. Wat Paulus over zichzelf zegt ‘Neen, ik leef niet meer, het is Christus die leeft in mij leeft’ (Gal. 2,20) moet volgens Willem in volle zin ook aan Bernardus worden toegeschreven.

Lees meer...

Homilie voor de 16' zondag jaar A 2017

 

 

Wijsh. 12,13.16-19      Rom. 8,26-27    Mt. 13,24-43

Alles hangt af van hoe je het bekijkt. Dat zouden wij kunnen concluderen bij het beluisteren van de parabels die Jezus ons vandaag in het Evangelie vertelt. Inderdaad, terwijl de knechten in eerste instantie naar het onkruid kijken, kijkt de Meester eerder naar wat goed is. Omdat de blik van de knechten gefixeerd wordt door al dat slechte gewas dat welig tiert tussen de tarwe, zijn ze diep ontgoocheld en geven ze blijk van hun teleurstelling. Liefst zouden ze alles willen uitrukken of platbranden om opnieuw te beginnen. Maar de Meester laat zijn blik rusten op het goede, op al dat mooie, op wat hoop geeft. Het onkruid neemt Hij erbij. Dit verschil in beoordeling en appreciatie speelt niet alleen voor de realiteit van het Koninkrijk; het zijn twee wereldvisies, twee visies ook op de mens.

Want worden ook wij soms niet door ongeduld bevangen, wanneer we vaststellen dat gebeurtenissen, personen of simpelweg ons eigen leven en lichaam niet in het minst beantwoorden aan onze verwachtingen? En drijft het ongeduld dat ons dan bevangt, ons soms ook niet tot het breken van het geknakte riet en het doven van de kwijnende vlaspit? (Jes. 42,3; Mat. 12,20) In zijn hoofdstuk over de abt, schrijft Benedictus dat deze bij zijn broeders het geknakte riet niet moet breken en het beste middel daartoe is zich bewust te zijn van eigen kwetsbaarheid.

Lees meer...

Homilie voor de zesde zondag Paastijd

 

 

 

 

Zesde zondag Paastijd A-jaar    Joh. 14,15-21

Hoe eenzaam is mens-zijn? In onze hoogontwikkelde Westerse samenleving voelt de mens zich behoorlijk eenzaam. Omdat hij zijn geloof en zijn vitale band met een persoonlijke, liefhebbende God verloren is, staat hij er alleen voor. En omdat hij vervolgens gevangen zit in de cocon van zijn ik, voelt het individu zich afgesneden van zijn omgeving, van de natuur, van familie, buren, dorp, Kerk en land. Hij staat er alleen voor, en dat niettegenstaande alle digitale communicatienetwerken en de kruisbestuiving van het sociale verkeer. De vele websites die het probleem van de eenzame mens aankaarten, zijn sprekend. Ze komen met allerlei instant-oplossingen. Een kleine greep: ‘Praten is de eerste stap; Chat elke avond online’; ‘Hoe eenzaam bent u? Doe een test. Vijf tips tegen eenzaamheid’; ‘Stop met eenzaamheid. Verander je mindset. ‘Eenzaamheid oplossen: hoe doe je dat?.’ Enzovoort.

Lees meer...

Homilie tweede zondag Veertigdagentijd A

 

 

 

 Mt 17,1-9    Gen 12,1-4a    2Tim 1,8b-10

Elk jaar vraag ik me af waarom de liturgie op de tweede zondag van de Vasten steevast het Evangelie van de Transfiguratie op het programma zet. Wij hebben ons pas in boetekleren gestoken en zie, Jezus’ kleed wordt glanzend wit. Wij hebben onlangs as op onze hoofden gestrooid en zie, Jezus’ gelaat begint te stralen als de zon. Is dit niet een beetje misplaatst, gaat het soms om een regiefout van de Roomse liturgisten, of is er een ander motief in het spel, iets dat ons op het eerste gezicht ontgaat? Natuurlijk klinkt het bemoedigend om op onze veertigdaagse pelgrimstocht naar de lijdensweek, het verhaal te beluisteren van Jezus’ gedaanteverandering. Een mooi perspectief wordt ons alvast in het vooruitzicht gesteld, een verrijzenisperspectief. Want dat mogen we niet vergeten: lijden en dood is slechts een doorgang, een Pascha, naar het stralende licht van de opstanding. Transfiguratie en Opstanding vormen één geheel, een apotheose in tweevoud. En de tijd daartussen, het interim dat getekend wordt door lijden en dood, is dan als een flashback. Na de scène van de bemoedigende topervaring op de berg, een voorafname van de verrijzenis, keert de camera zich terug naar het geworstel, het lijden en het sterven van de hoofdpersoon.

Lees meer...

Homilie 1 januari 2017 : Helige Moeder Gods

 

 

 1 Januari : Heilige Moeder Gods

Het jaar opent met een feest van Maria. Maria, Moeder van God, de titel waarmee zij in de kerken van het Oosten bij voorkeur wordt aangesproken. In tegenstelling tot andere Maria-feesten met een meer devotionele inslag, is dit hoogfeest van de Moeder Gods, van de Dei Genitrix, een echt dogmatisch feest. Het derde oecumenisch Concilie van Efeze van 431 was van beslissende betekenis voor de afkondiging van het goddelijk moederschap van Maria. Maria baart de Godmens. De vrucht van haar schoot is volkomen God en volkomen mens in één persoon. Tegen Nestorius in, die verkondigde dat Maria alleen moeder kon zijn van de menselijke Jezus, en in Christus dus twee personen aanwezig waren, een goddelijke en een menselijke, verklaarde het concilie, dat in de ene persoon Jezus Christus de godheid en de mensheid onlosmakelijk met elkaar verenigd waren. Maria is dus niet alleen moeder van de mens Jezus, maar ook van de God Jezus Christus. Daarom draagt zij de titel Theotokos, Moeder Gods.

Lees meer...

Homilie voor de 30' zondag door het jaar C

 

 

 

 

Lucas. 18,9-14   

Wat een chance, broeders en zusters, dat ik zo’n gemakkelijk evangelie heb getroffen om over te preken! Zeker na een dag als gisteren, waarop we de plechtige professie mochten vieren van onze broeder Pascal, en waar met alle voorbereiding maar weinig tijd overbleef om een preek te maken. De Jezus uit het evangelie van Lucas voert in een parabel twee figuren ten tonele, elkaars antipode, een volmaakte tegenstelling, wit en zwart, hoe duidelijk, hoe eenvoudig!
Twee mensen gaan de tempel van Jeruzalem binnen om te bidden. Ze bidden tot één en dezelfde God, op één en dezelfde plaats. Alles zou die twee dichter bij elkaar moeten brengen. Maar het omgekeerde gebeurt. De eerste schrijdt fier naar voor, om voor Gods aanschijn zijn eigendunk en zelfgenoegzaamheid uit te stallen. Hij benoemt alles wat hem doet uitsteken boven de anderen, of liever, alles wat de anderen minder maakt dan het beeld dat hij van zichzelf heeft. De anderen bestaan slechts om zijn superioriteit te doen schitteren.

Lees meer...