Open Contemplatief Huis
menu
  • Home
  • Wie zijn wij ?
  • Postbus
  • Links
  • Contact

Kruimelpad

U bevindt zich hier: Home Homilies en Overwegingen Homilies broeder Geurric
  • Leerhuis voor Christelijke Meditatie
  • Leerhuis voor Bijbelse Spiritualiteit
  • Leerhuis voor Contemplatieve Dialoog
  • Stille Abdijdagen
  • Stiltedagen aan Zee
  • Boekenplank
  • Homilies en Overwegingen
    • Homilies abt. Manu
    • Homilies broeder Geurric
    • Homilies priester Dirk
    • Overwegingen Bénédicte Lemmelijn.
    • Overwegingen Sim D'Hertefelt
    • Vastenmediteren met Laurence freeman
    • Homilie Monnik en bisschop Lode Van Hecke
  • Monasterium Zonnelied
  • Aanverwante activiteiten
  • Bonnevaux
  • Links andere websites

Dagoverweging woensdag 2 juli

Leef nu en omarmt het moment.

Karin SEETHALER

Karin SEETHALER



‘In stil zijn ligt een wonderbaarlijke kracht
voor opheldering, reiniging en gerichtheid op het wezenlijke.’ Dietrich Bonhoeffer Vele mensen verlangen tegenwoordig vurig naar stilte.
Peter Handke noemt het een ontbrekend mensenrecht van deze tijd.
Volgens enquêtes wordt lawaai als hoofdoorzaak bestempeld die afbreuk doet aan levenskwaliteit. De toegang tot stilte opent zich echter niet automatisch met het verstommen van extern lawaai.
Ook wanneer men thuis voor een uiterlijke stilte zorgt door telefoon, mobiel, radio en televisie uit te zetten, treedt daarom niet automatisch ook innerlijke stilte op.

Lees meer...

De stille revolutie

vlinderuitcocon

 

 

 

  
Ontmoeting met Hem, binnengaan in Hem, … de weg naar de Vader!
Het christelijk gebed heeft de essentieel dynamische kwaliteit van het mysterie van Jezus zelf, omdat het een ontmoeting is met zijn persoon en een binnengaan in Hem, die de Weg is naar de Vader.

Lees meer...

Ter inspiratie

 

Koning Filip: mediteren en piano spelen.


'Morning routine'. "Ik sta op om 7 uur", vertelt de koning. Daarna ontbijt ik met mijn vrouw en drink ik - erg belangrijk - koffie.
Vervolgens mediteert onze vorst elke ochtend 15 minuten lang. Daarna speelt hij even lang op zijn piano. "En dan is het tijd om naar het paleis te gaan."

 

 



Lees meer...

Quote


bt.orval

'Op mijn weg naar stilte, laat ik alles gebeuren wat zich in mij voordoet'.
Karen Seethaler

 

 

 

Een ervaring

brief

 

Stille Abdijdagen Orval mei 2025 – getuigenis.
Aan mijn beurt om je mijn oprechte dank te betuigen voor de meditatie retraite in Orval,
vertrouwend op je goede organisatie kon men zorgeloos alle aandacht schenken aan het mediteren en onze aanwezigheid daar in die prachtige abdij.
Het was mijn eerste stille meditatie retraite buiten de voor mij vertrouwde vipassana meditatie retraites (de dagen in Oostende buiten beschouwing gelaten).

Lees meer...

paius 2

 

 
Oproep tot gemeenschap en hoop.
Het is belangrijk om aandacht te hebben voor Gods aanwezigheid in je hart, voor dat verlangen naar liefde, voor het zoeken dat in je leeft – het verlangen om iets te betekenen voor anderen met je leven.

Lees meer...

Homilie 12e zondag 2025 C

Foto 2 klein br. Guerric met St Bernardus

 

 

 

 

 

 

Homilie    12e zondag C

‘Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen.
Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het redden.’
Voorwerp van die zin is ’zijn leven redden’: God wil voor ons ‘het leven’. ‘Je leven redden’, is dit leven invoegen waar het hoort;
ons probleem bestaat in het ‘juist gesitueerd zijn’, wat wil zeggen ‘verbonden zijn’. Het relationele is wat ons doet leven.
Wat we nodig hebben om te leven, kunnen we niet in onszelf vinden. De dood zet alle relaties stop.
De uitweg, zo zegt het geloof ons, is onze relatie met God,
een relatie waaraan onverwoestbaarheid beloofd is, als wij dat willen… ‘Je leven willen redden’ is: denken dat wij zelf het centrum zijn –
en dat is (je leven) verliezen. De eenzaamheid van het graan is de dood; een vrucht die ontsnapt aan het graan-zijn is gered.
‘Zijn leven verliezen om Mijnentwil, om Christus, betekent ‘je leven geven uit liefde’… Het zijn de anderen die ons het leven schenken.
Als het geloof redt, dan is dat omdat het onze blik naar een ander mens toekeert, dus een relatie schept.
Iedere keer dat wij de bezorgdheid voor onszelf op zij zetten om zorg te dragen voor iemand anders, beleven we dit geloof, echt Godsgeloof, ook al beseffen we dat misschien niet.

Lees meer...

Homilie Derde Paaszondag C 2025

Derde Paaszondag C    Hand 5,27…41    Ap 5,11-14    Joh 21,1-19

Zowel de vier evangeliën als het verrijzenisverhaal dat Paulus ons vertelt gaan ervan uit dat de verschijningen van de verrezen Jezus slechts gedurende een  beperkte  tijd  hebben plaatsgevonden. In de liturgie van het kerkelijke jaar heeft deze periode haar weerslag gevonden in de tijd tussen Pasen en Hemelvaart, in de periode waarin we ons dus nu bevinden. Ons geloof in de verrijzenis steunt met name op de getuigenissen van een relatief kleine groep leerlingen waaraan de Heer na Pasen verscheen, en die daardoor overtuigd raakten dat de Heer Jezus niet in het graf is gebleven maar dat Hij leeft. Hun rol als getuigen was meteen een zending: zij moesten aan de hele wereld Jezus als de Levende gaan verkondigen. Dat is een van de raadsels van ons geloof, dat het steunt – en moet steunen – op de overlevering en de zending van een kleine groep mensen, en dat God zich dus niet met onverbiddelijke kracht als de Levende aan heel de wereld heeft gemanifesteerd.

Op deze derde Paaszondag wordt ons weer zo’n verschijningsverhaal opgedist. Een aantal facetten ervan vinden we ook terug in andere verschijningsverhalen, bijvoorbeeld dat Jezus aanvankelijk niet als zodanig herkend wordt, maar pas in het kader van een maaltijd, hier vis op een houtskoolvuurtje, elders aan het breken van het brood. Jezus staat daar ineens aan de oever van het meer van Tiberias, maar de leerlingen wisten niet dat het Jezus was. Hij vraagt hen iets om te eten. Pas als de Heer hun vraagt de netten opnieuw uit te gooien, herkent de beminde leerling Hem. En onze impulsieve Petrus trekt gauw iets over zijn blote lijf om overboord te springen en Jezus alvast tegemoet te zwemmen. Nadien bij dat houtskoolvuurtje durft niemand van de leerlingen Jezus vragen: “Wie bent u?”. Maar ze wisten dat Hij het was. Ze herkenden Hem als het ware van binnenuit. De herkenning gebeurde niet op grond van zijn uitwendige verschijning of voorkomen, maar vanuit het innerlijk. Ook wij zullen de Verrezen Heer zo herkennen, vanuit ons innerlijk en vanuit de liefde. Want het is niet toevallig dat de
“beminde” leerling Jezus als eerste herkent, en dat Jezus tot driemaal toe aan Petrus vraagt: “Bemin je mij?”. De liefde maakt de Onzienlijke zichtbaar. En onze kerkgemeenschap, met Petrus als rots, moet gebouwd worden op de liefde, op niets meer en niets minder dan de liefde.


Wat het verhaal van deze zondag zo bijzonder maakt is het doodgewone daarin. Na de heftige belevenissen van Jezus’ dood en verrijzenis te Jeruzalem, wil Petrus weer gewoon gaan vissen, in dat meer namelijk dat hem en zijn kompanen zo vertrouwd is, het meer van Galilea. Daar is die hele geschiedenis met Jezus ook begonnen. De andere leerlingen gaan graag met Petrus mee. Wat is heerlijker dan een stuk vis, gebraden op een kampvuurtje aan de rand van het meer? In die eenvoud van het gewone dagelijkse leven, manifesteert zich het verbijsterende ongehoorde van de verrijzenis. Wij hoeven zelf geen topgebeurtenissen te creëren, geen psychedelische drugs te gebruiken, geen ascetische bravourestukjes op te voeren om te ervaren dat de Opgestane Heer ons nabij is. Door onze doop is ons bestaan reeds met Christus in God verborgen (Kol 3,3) en zijn we reeds “boven” bij Hem die zetelt aan Gods rechterhand. De verrezen Heer is nooit ver van ons, hoogstens zijn wij ver van Hem. Maar de weg van en naar Hem ligt open! Wij kunnen Hem aanraken – zoals Thomas de wonden van de verrezen Heer wilde aanraken – als wij ons openstellen voor onze gewonde en lijdende naaste. We kunnen als rotsen worden in de branding, als we biddend en stamelend tegen de Heer Jezus zeggen: “Gij weet alles, Gij weet dat ik u bemin”.
Wij kunnen opnieuw een hoopvolle Kerk zijn als we ons bij alle tegenkanting verheugen omdat we waardig bevonden worden smaad te lijden om de Naam van Jezus. Want “waardig is het Lam dat geslacht werd te ontvangen eer en heerlijkheid en lof!” (Ap 5,12) Amen.

Br. Guerric ocso    abdij van Prébenoît


Lees meer...

Homilie Pasen 2025 Dagmis

Pasen 2025 Dagmis  Hand 10,34-43  Kol 3,1-4  Joh 20,1-9

“Als Christus niet is verrezen, is uw geloof zonder betekenis” (1Kor 15,14): met die woorden benadrukt de heilige Paulus dat het verrijzenisgeloof tot de kern van onze christelijke belijdenis  behoort. Als Christus niet is verrezen blijft er van het christendom alleen een reeks interessante ideeën over, een moraal of een cultuur, maar het christelijk geloof als zodanig is dan dood. De verrijzenis is het hart van ons geloof en Pasen het hoogtepunt van het liturgisch jaar.
     Maar wat vaak het geval is met het wezenlijke, dat geldt ook voor de verrijzenis: er valt nauwelijks de vinger op te leggen. Jezus Christus is een historisch figuur, de kruisiging van Christus kan historisch worden geverifieerd, maar van zijn verrijzenis ontbreekt elke beschrijving en elke empirische vaststelling. Niemand heeft Jezus zien verrijzen. De verrijzenis is een historisch gebeuren dat door elk historisch kader breekt en erboven uitstijgt. Paus Benedictus XVI noemde de verrijzenis een mutatiesprong naar een nieuwe dimensie van leven, waarin zich een nieuw mens-zijn openbaart dat iedereen aangaat en dat een nieuw soort toekomst voor de mensen opent.
     Terecht verbindt Paulus de verrijzenis van Christus met die van alle mensen. Als Christus niet is verrezen, kunnen ook  wij  niet verrijzen en omgekeerd. Christus is verrezen als eerste van hen die ontslapen zijn (1kor 15,20). Ofwel is de verrijzenis een universeel gebeuren, ofwel bestaat ze niet. Met andere  woorden: de  verrijzenis van Christus mag niet opgevat worden als een of ander individueel lijk dat terugkeert naar de biologisch geschapen werkelijkheid. De verrijzenis van Christus verschilt wezenlijk van de opwekking van de jongeling van Naïn (Lc 7,12), het dochtertje van Jaïrus (Mc 5,41) of van de opwekking van Lazarus uit het graf (Joh 11,43). In al deze gevallen keerden deze  doden terug tot  het aardse  leven, om  na een bepaalde tijd toch terug te sterven. Als Christus verrijst en aan zijn leerlingen verschijnt, komt Hij niet uit het dodenrijk maar uit de dimensie van God en is zijn lichaam in een nieuwe wijze van zijn omgevormd. De verrijzenis van Christus is iets totaal nieuws, een nieuw soort gebeuren, een nieuwe, tot dan toe ongekende ervaring.

Lees meer...

Vierde zondag Veertigdagentijd C 2025

 

Vierde zondag Veertigdagentijd C Jos 5,9-12  2Kor 5,17-21    Lc. 15,1…32

Een man stuurde mij laatst een boekje toe dat hij geschreven had, over zijn zoektocht in dit leven. In zijn jeugd waren hem door zijn ouders onnoemlijke psychische kwetsuren toegebracht, die hem elke vorm van eigenwaarde hadden ontnomen. Het leven leek voor hem geen zin te hebben, omdat hem elke zelfwaarde was ontnomen. Bovendien voelde hij zich totaal alleen, hij hoorde nergens bij. Toch was er voldoende veerkracht in hem om een reis te ondernemen doorheen de geschiedenis van de filosofie, om erachter te komen wat deze denkers over de mens en over het leven te zeggen hadden. Hij ontdekte bij de filosofen tal van waarheden en wijsheden, maar die waren allemaal rationeel; over hun gevoelens zwegen ze. Nochtans was het juist op dat vlak dat die persoon het meest met zichzelf in de clinch lag. Zijn zoektocht leidde hem vervolgens tot bij de mystici. Dezen schreven wel over hun gevoelens, namelijk over de passionele liefde van en voor God. Onze schrijver voelde zich door de mystici aangesproken, maar twijfelde of hij dezelfde liefde voor God zou kunnen opbrengen.

Lees meer...

Hiomilie Derde zondag in de veertigdagentijd 2025

 

Derde zondag in de veertigdagentijd C Ex 3,1...15  1Kor 10,1...12  Lc 13,1-9

De eerste lezing plaatst ons in de woestijn, het land waar onze veertigdaagse vastentijd zich afspeelt. In het Palestijnse monnikendom van de 5de en 6de eeuw was het de gewoonte dat de monniken op Aswoensdag hun klooster verlieten en veertig dagen, ieder voor zich, rondzwierven in de woestijn, om dan op Palmzondag weer samen te komen om het Paasfeest te vieren. Zo hadden ze een reële ervaring met de woestijn en konden ze ook des te vreugdevoller samen Pasen vieren. Woestijn betekent ‘leegte’ en die leegte confronteert ons regelrecht met onszelf.
Doorgaans vluchten wij de leegte door ons te triggeren met activiteiten en vertier. De veertigdagentijd nodigt ons echter uit de leegte toe te laten en niet langer te vluchten voor onszelf.
    Mozes hoedt de schapen van zijn schoonvader in de woestijn. Het is een voorafbeelding van zijn later herderschap over de Hebreeën die hij door de woestijn zal voeren naar het Beloofde land. Tussen de schrale woestijnvegetatie ziet hij een doornstruik die vuur heeft gevat, wat niet abnormaal is bij die hitte. Maar het merkwaardige is dat het vuur de struik niet verteert. Mozes beseft dat hij te maken heeft met het heilige, dat mensen in vuur en vlam zet zonder ze te kwetsen. Hij komt naderbij een hoort tweemaal zijn naam: “Mozes, Mozes”. Tweemaal iemand bij zijn naam noemen, is in de Bijbel liefdestaal. God houdt van Mozes en roept hem om zijn volk uit het land van de onvrijheid weg te leiden. Mozes antwoordt welwillend ‘hier ben ik’, maar beseft ook dat hij zo’n opdracht niet aankan zonder de kracht van de Naam van God. “Onze hulp is in de naam van de Heer”, bidden we ook in de psalm (124,8). En God openbaart zijn Naam: “Ik ben die (er) is”, een op het eerste gezicht nogal raadselachtige naam, een herhaling van aanwezigheid. Gods Naam is voor ons, mensen, onuitspreekbaar. Maar Hij is Degene die voor mensen aanwezig is, zeker als die mensen in nood verkeren en tot Hem roepen. De betekenis en de kracht van Gods naam zal in de naam Jezus nog concreter worden: “Hij is een God die redt”.

Lees meer...

Homilie Zesde zondag C 2025

 

Zesde zondag C  Jer 17,5-8  Ps 1  1Kor 15,12.16-20  Luc 6,17-20-26

Het wemelt in de Bijbel van zegeningen. Ongeveer vierhonderd zijn er in de Schrift te vinden. Ze worden uitgedrukt door een term, afkomstig van ofwel het Hebreeuwse werkwoord barakh en het zelfstandig naamwoord beraka, of van de Griekse equivalenten eulogéô, eulogia. Dit zegenen of die zegeningen kunnen verschillende nuances uitdrukken. Het kan betekenen dat “iets als heilig wordt bestempeld”, of dat men God vraagt “zijn gunst te verlenen”. Soms wordt er “het geven van goede dingen” mee bedoeld, of het “loven en eren”, of “goed van iemand spreken” of gewoon “geluk toewensen”. De enige zegen die altijd effect sorteert is die van God, die doet wat Hij zegt. De zegen van een mens over andere mensen, is niet altijd in staat het geluk ook echt te realiseren. Als mensen in de Bijbel  elkaar zegenen, wensen ze die ander eigenlijk de zegen van God toe. “De zegen van de Heer is het die rijk maakt, eigen inspanning voegt daar niets aan toe” (Spr 10,22), vat het boek  Spreuken  deze  wijsheid samen. Zowel de eerste lezing uit Jeremia  als  de  antwoordpsalm daarop (Ps 1) geeft dezelfde boodschap weer: wie zijn vertrouwen stelt op de Heer, ontvangt zegen. Hij is als een boom aan het water geplant, hij heeft geen last van de droogte en draagt vrucht op zijn tijd.

Lees meer...

Meer artikelen...

  1. Homilie Vierde Adventszondag C
  2. Homilie Tweede Adventszondag C 2024
  3. Homilie Christus-Koning 2024
  4. HOMILIE 33° zondag B 2024

Pagina 1 van 22

  • Start
  • Vorige
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • Volgende
  • Einde

Copyright @2014 Open Contemplatief Huis

Back to top