Homilie voor de vierde zondag van het jaar B 2024

 

Homilie voor de vierde zondag van het jaar B
28 januari 2024
Evangelie: Mc 1, 21-28
In die tijd kwamen Jezus en zijn leerlingen in Kafarnaum, en op de eerstvolgende sabbat ging
Hij naar de synagoge waar Hij als leraar optrad. De mensen waren buiten zichzelf van
verbazing over zijn leer, want Hij onderrichtte hen niet zoals de Schriftgeleerden maar als
iemand die gezag bezit. Er bevond zich in hun synagoge juist een man die in de macht was
van een onreine geest en luid begon te schreeuwen: 'Jezus van Nazareth, wat hebt Gij met
ons te maken? Ge zijt gekomen om ons in het verderf te storten. Ik weet wie Gij zijt: de
Heilige Gods.' Jezus voegde hem toe: 'Zwijg stil en ga uit hem weg.' De onreine geest
schudde hem heen en weer, gaf nog een luide schreeuw en ging uit hem weg. Allen stonden
zo verbaasd dat ze onder elkaar vroegen: 'Wat betekent dat toch? Een nieuwe leer met
gezag! Hij geeft bevel aan de onreine geesten en ze gehoorzamen Hem.' Snel verspreidde
zijn faam zich naar alle kanten over heel de streek van Galilea.

Lees meer...

Homilie voor de 4de zondag van de Advent B 24 december 2023

dirk

Homilie voor de 4de zondag van de Advent B 24 december 2023


Antonello da Messina, Virgin Annunciate, c. 1476, Palazzo Abatellis, Palermo
Wij belijden dat God ‘de almachtige Vader’ is
en toch kan Hij niets zonder het ja-woord van mensen,
een ja-woord vol vertrouwen in Zijn aanwezigheid en nabijheid,
in de innerlijke kracht die Hij verleent aan allen die zijn wil volbrengen.
Dat vertrouwen is het geloof waarvan Jezus zegt
dat een weinig ervan – zo groot als een mosterdzaadje –
al voldoende is om een moerbeiboom zich te doen verplanten in zee (Lc 17,6) of een berg zich te doen verplaatsen (Mt17,20).
Dat vertrouwen is wezenlijk verbonden met het loslaten van angst,
van de op zichzelf gerichte bezorgdheid, van zelfgenoegzaamheid en egoïsme.

Lees meer...

Homilie voor het hoogfeest van de geboorte van de Heer 25 december 2023

Homilie voor het hoogfeest van de geboorte van de Heer 25 december 2023

Zij legde Hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
Er is hier geen sprake van een hotel of B&B zoals wij die kennen en waar Jozef en Maria niet welkom zouden geweest zijn omdat ze arme mensen of vreemdelingen waren.
Ze waren in Bethlehem geen ‘vreemdelingen’
en we mogen ons toch wel ernstig de vraag stellen
of Jezus’ ouders zo’n arme en onbemiddelde mensen waren. Het Griekse woord kataluma,
dat voor ons vertaald werd als ‘herberg’, betekent ‘bovenzaal’ en ieder redelijk huis beschikte over een vertrek, een bovenzaal, waar men gasten kon logeren.

Lees meer...

Homilie voor de 3de zondag van de advent B 17 december 2023

Homilie voor de 3de zondag van de advent B 17 december 2023



In de loop van dit kerkelijk jaar, liturgisch het zgn. B-jaar,
waarin het evangelie van Marcus ons op zondag gezelschap houdt,
zullen we regelmatig ook stukken uit het Johannesevangelie te horen krijgen. Dit evangelie heeft geen liturgisch jaar toebedeeld gekregen,
maar is hét evangelie van de paastijd.
En omdat het Mc-evangelie zo kort is en dus onvoldoende tekst bevat om alle zondagen van een evangelielezing te voorzien,
horen we in het B-jaar ook wel eens fragmenten van het Jo-evangelie zoals op deze zondag.
Bij Johannes vinden we – zoals bij Marcus - geen geboorteverhaal als inleiding, als ‘prelude’ op het Jezus-gebeuren
en eveneens zoals in het Mc-evangelie
doet het optreden van Johannes de Doper daarvoor dienst.
De beschrijving van dat optreden in het Jo-evangelie bevat elementen die we vorige zondag ook hoorden in het begin van het Mc-evangelie: de verwijzing naar de profetie van Jesaja;
het ‘onwaardig’ zijn van Johannes de Doper;
de stellige ontkenning dat hij de Messias zou zijn; de verwijzing naar zijn doopsel met water.

Lees meer...

Homilie voor de tweede zondag van de advent B 10 december 2023

Homilie voor de tweede zondag van de advent B 10 december 2023


“Na U!”
Volgens sommige bijbelgeleerden is het Marcusevangelie geschreven als een soort catechese voor doopleerlingen
met de bedoeling hen duidelijk te maken wie Jezus is
en wat het betekent gedoopt te worden en christen te zijn. Wie Jezus is wordt meteen al gezegd in het eerste vers:
Begin van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God. In de evangelies van Matteüs en Lucas dienen de geboorteverhalen duidelijk te maken dat Jezus de Zoon van God is.
Marcus doet dat met één vers
en vervolgens komt dat in zijn evangelie nogmaals aan bod
in het verhaal van Jezus’ doopsel:
1, 9 In die tijd vertrok Jezus uit Nazaret in Galilea

en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen.
10 En op hetzelfde ogenblik dat Hij uit het water opsteeg,
zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen. 11 En er kwam een stem uit de hemel:
‘Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb Ik welbehagen.' De mens Jezus uit Nazaret is de Christus, de gezalfde, diegene op wie de Geest van God rust,
de mens door God geroepen en gezonden
om een mens te zijn in wie en door wie en met wie
God de mensen nabij komt, geneest, redt, roept tot leven.
Dat is de Blijde Boodschap van het evangelie, van het christendom, van de Kerk: dat God scheppend en bevrijdend handelt in en met en door mensen zoals Jezus, mensen op wie zijn Geest rust, in wie Zijn Geest verblijft en die met Hem één zijn.
De Blijde Boodschap is ook dat alle mensen bestemd zijn
om zo’n mensen te worden, om Gods geliefde zonen en dochters te zijn
en als Gods kinderen samen te leven in een vredevolle en vreugdevolle wereld. Want ook wij allen zijn gedoopt met heilige Geest,
op ons allen rust de Geest van God en in ons allen verblijft Hij. Paus Franciscus zegt het zo:
we zijn dragers van een goed dat ons tot mens maakt, en ons in staat stelt een nieuw leven te leiden.

Lees meer...

Homilie voor de 34ste zondag door het jaar A Hoogfeest van Christus Koning

Homilie voor de 34ste zondag door het jaar A Hoogfeest van Christus Koning
26 november 2023

Evangelie: Mt 25, 31-46
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle engelen, dan zal Hij plaats nemen op zijn troon van glorie. Alle volken zullen vóór Hem bijeengebracht worden en Hij zal ze in twee groepen scheiden, zoals de herder een scheiding maakt tussen schapen en bokken. De schapen zal Hij plaatsen aan zijn rechterhand, maar de bokken aan zijn linker. Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? En wanneer zagen wij U als vreemdeling en hebben U opgenomen, of naakt en hebben U gekleed? En wanneer zagen we U ziek of in de gevangenis en zijn U komen bezoeken? De Koning zal hun ten antwoord geven: voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan. En tot die aan zijn linkerhand zal Hij dan zeggen: gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten. Want Ik had honger en gij hebt Mij niet te eten gegeven.

Lees meer...