Homilie voor het hoogfeest van Allerheiligen

 

1 november 2016

Door het gegeven dat we in de Rooms-Katholieke kerk mensen heilig verklaren,
zouden we wel eens kunnen denken dat ‘heilig worden’
iets is dat weggelegd is voor buitengewoon bijzondere mensen
die door God op een buitengewoon bijzondere manier begenadigd zijn geweest
en dus geen ideaal is dat wij kunnen nastreven.
Vanaf de 15de eeuw tot na het Tweede Vaticaans concilie
leefden we in de onzalige tijd waarin vanuit dat denken ook verkondigd werd
dat het verlangen om heilig te worden als pretentieus zondig diende veroordeeld te worden
zoals ook het verlangen naar mystieke eenheid met God.
God verleende die gunst alleen aan enkelen
zoals Hij ook alleen Maria van Nazaret tot moeder van Christus geroepen had
waardoor Maria inderdaad de ‘gezegende boven alle vrouwen’ werd
en niet langer de ‘gezegende onder de vrouwen.’
Het is tijd om dat onzalig denken los te laten.


Dat heilig verklaren van christenen verborg voor generaties de waarheid
dat we als mens allemaal heilig zijn
en dat heilig worden ons aller roeping is.
Reeds in het Oude Testament wordt de mens tot heiligheid geroepen.
In het boek Leviticus lezen we immers:
De HEER sprak tot Mozes:
Zeg tegen heel de gemeenschap van de Israëlieten:
Wees heilig, want Ik, de HEER uw God, ben heilig.
Natuurlijk kunnen we nooit heilig zijn zoals God heilig is.
We zijn en blijven mensen.
Maar God heeft ons wel naar zijn beeld en gelijkenis geschapen.
Hij heeft ons bovendien het vermogen geschonken om lief te hebben,
Hij heeft zijn Geest aan alle mensen geschonken en dus ook aan ons.
Door de ons geschonken Geest is Hij in ons.
Als wij ons door die Geest laten leiden, laten ‘inspireren’,
dan kunnen we in eenheid met God leven
en in eenheid met Christus de Vader en al het geschapene liefhebben,
met alles en allen in een relatie staan van respect, welwillendheid en zorg.
Heilig zijn is om zo te zeggen onze wezenlijke staat,
is zijn zoals we ten diepste geschapen en gewild zijn.
God wil dus dat we heilig zijn, in eenheid met Hem leven.
Want dat is pas echt leven, hetgeen niet hetzelfde is als comfortabel leven,
als gemakkelijk leven, als veilig leven, als lang leven, als alles kennen, weten,
gezien hebben, als van alles zo lang en zo veel mogelijk genieten.
Het is wel liefdevol leven en vooral: ontdaan van jezelf.
Als we in het Onzevader bidden Uw wil geschiede dan bidden we dus
dat wij heilig zouden mogen zijn en zo Gods naam zouden heiligen.
In diegenen die de Rooms-Katholieke kerk heilig verklaard heeft
heeft God die heiligheid mogen realiseren
en zijn mensen geworden wat we uiteindelijk allemaal zijn.
Heilig worden begint soms met onvrede met het leven in de wereld.
Die onvrede geven we soms de namen als ‘midlifecrisis’, ‘depressie’, ‘burnout’.
Heilig worden begin in ieder geval met het verlangen naar dat echt leven,
naar een zinvol en liefdevol leven, naar een leven in eenheid met God.
Heiligen zijn mensen die ingestemd hebben met dat verlangen
en in dat verlangen de wil van God erkend hebben.
Ze leren ons ook hoe je met dat verlangen instemt:
de wereld verlaten, de massa de rug toekeren.
Voor sommigen is dat werkelijk een leven leiden in eenzaamheid en sociale armoede.
Maar ook voor hen en ook voor alle anderen en ook voor ons
betekent de wereld verlaten eerst iets anders.
De wereld, dat is alles waaraan we gebonden zijn,
een gebondenheid die soms voor verbondenheid durft doorgaan.
De wereld is alles wat onze aandacht trekt, prikkelt, vasthoudt en bindt
en daarmee ook ons denken en onze emoties.
De wereld is alles waarvan we denken dat het onmisbaar is.
Er is niets mis met die wereld, met de realiteit.
Er is niets mis met onze eigen realiteit,
met ons mens zijn, met onze gedachten en emoties.
Dat alles verlaten betekent niet: dat alles ontkennen, verdringen of vernietigen.
Dat alles verlaten betekent niet: je verantwoordelijkheden opgeven.
Het betekent wel: aan dat alles niet gehecht zijn.
De eerste stap op weg naar echt onszelf zijn en heilig zijn is: onthechting.
Onthechting is het laten losmaken van alle emotionele bindingen,
het ontsnappen uit de netten van de drang naar bezit, macht, veiligheid,
zeggingschap, waardering en bevestiging van mensen.
Hoe beleef je die onthechting nu concreet?
Vooreerst door perioden van stilte en eenzaamheid in je leven in te bouwen.
Vervolgens door een soberder leven te leiden.
Verder door trouw aan het gebed en de liturgie.
Met gebed bedoelen we vooral het gebed van de stilte.
Met liturgie bedoelen we de liturgie
waar de eenheid en verbondenheid met God voorop staat,
niet de liturgie waar onze meningen en ideologieën verwoord moeten worden,
niet de liturgie waar onze emotionele gebondenheid het hoge woord voert,
niet de liturgie waar alle aandacht gaat naar wat het oog of het oor streelt.
Verder is er ook de zorg en de inzet voor de medemens,
en dat kan zowel vrijwillig als professioneel zijn.
Dit werk is ‘geheiligd’ en ‘heiligt’ Gods naam zolang de medemens voorop staat,
niet mijn eigen gewin, niet mijn eigen eer.
En tenslotte is er de weg van het aanvaarden
van het onthecht worden door het leven zelf:
ziekte, ouderdom en ook het grote sterven.
Want de grote wijsheid die ons de weg naar heiligheid wijst luidt: Sterf en wordt.
Jezus verwoordde die wijsheid op deze wijze:
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen.
Wie zijn leven verliest vanwege Mij en de goede boodschap, zal het redden.

pr. Dirk