Festina lente (Tertio nr 967)

mais

 

 

 

“Hoe komt het toch dat wij, schamele mensen, altijd denken dat alles snel moet gaan?”

Ik zit aan tafel. We eten in stilte. Ik kijk, wat dromerig, naar buiten. Maar het kijken zonder zien verandert. De ontzaglijke bomen, die in het abdijpark hun takken wiegen tegen de achtergrond van een felblauwe zomerlucht, wekken mijn mijmering. Bewonderend sla ik hun gestadig bewegen gade.
En plots besef ik hoe ontzettend veel tijd het hun gekost heeft om zo groot te worden. Ik bedenk hoe wonderlijk minuscule celletjes elk van hun door wind bewogen blaadjes voeding brengen, en hoe dag na dag hun stammen jaarringen markeren.



Onverwacht zie ik nu eigenlijk alles in dat perspectief. Het glas waaruit ik drink, ontstond uit zand dat eeuwen meedraagt. Het bier erin had tijd nodig om te worden wat het geworden is. Het stukje kaas dat ik als vanzelfsprekend neem, moest rijpen. Het simpele kommetje pudding had melk nodig van koeien die kalf-den, en suiker uit bieten die ook moesten groeien… En bij al die processen was er bovendien veel creativiteit, veel inzet en veel vaardigheid nodig, die alle drie ook veel tijd nodig hadden om tot ontwikkeling te komen. Even verwonderd besef ik iets dat u misschien heel evident vindt: leven heeft tijd nodig; elke groei en iedere ontplooiing vragen heel veel tijd en evenveel geduld.


Wie zijn wij dan, die aan dit alles haastig voorbijlopen, en er vaak niet letterlijk noch figuurlijk ook maar even bij stilstaan? Hoe komt het toch dat wij, schamele mensen – wellicht zelfs als enige wezens – altijd denken dat alles snel moet gaan? Zelfs liefst onmiddellijk. Al in 1971 schreef Robrecht Boudens een bescheiden boekje, getiteld: Wij die zo haastig leven. Het is er helaas niet beter op geworden.

Onrust
Zopas las ik nog dat in onze zichzelf voorbijlopende samenleving en wild molenwiekende economie heel wat mensen al onrustig worden van de gedachte het rustig aan te moeten doen. Of dat ze juist nog onrustiger worden als ze proberen rustig te zijn. Wellicht hier in het Westen bovendien nog meer dan elders. Ik heb het geluk tussen mensen van verschillende nationaliteiten te mogen leven en werken. Welnu, onze zuiderse medemensen stappen langzamer door de oude gangen van onze faculteit. En waar het smal is, bij het nemen van een hoek of op de trap, zie ik wel eens haastige noorderlingen ongedurig achter hen trappelen om
hen bijna geërgerd proberen voorbij te raken. Alsof het ook maar iets verschil maakt als ze even later in dezelfde les zitten… Misschien is het slechts voor één ding hoog tijd geworden: laten we ons haasten om wat te vertragen… Om ons ritme wat te verlagen en wat meer in samenklank te komen met de werkelijkheid die ons omringt. Zijn we eigenlijk niet evenzeer intrinsiek deel van dat grote geheel dat zich langzaam maar zeker ontplooit en elke dag opnieuw tot stand komt? En is het niet precies die grotere werkelijkheid die het ons gunt in alle dingen in aanraking te komen met Degene die haar draagt én oriënteert, die haar oorsprong en voleinding is, die voor en boven alles Liefde is?

Verschil
“Festina lente”, klonk het al vanouds. Laat ons beginnen met ons trager te haasten: een ietsje trager stappen, een beetje langzamer rijden, een tikkeltje minder haastig koken, wat minder “diagonaal” lezen, wat aandachtiger kijken, een beetje echter leven wellicht. Geloof me, het maakt een wereld van verschil en het maakt een verschil voor de wereld. III

BIO
Bénédicte Lemmelijn is gewoon hoogleraar Oud Testament en vice-decaan internationalisering aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven. Zopas verscheen haar tweede dichtbundel Verdichte gedachten (Halewijn).

Lemmelijn spreekt op zondag 2 september om 15 uur in Monasterium Zonnelied in Oostende. www.opencontemplatiefhuis.be