Tekst en Onderricht januari 2021



LEVENSKRACHT PUTTEN IN BIJBELSE WIJSHEID


Simeon in Zeffirelli’s ‘Jezus van Nazaret’

Gebed:

Geef ons Uw Woord, Heer,
en maak ons voor Uw Woord open en aandachtig.
Uw Woord waarin Gij U openbaart en wij ons ware wezen herkennen.
Uw Woord dat ons verruimt en verrijkt, ons inspireert tot het hoogste,
het meest menselijke, het goddelijke.
Uw Woord dat ons leidt
om scheppend en verrijkend in het leven te staan, liefdevol, vredevol en vreugdevol.
Uw Woord dat ons oproept om Uw Zoon te volgen
en deel te nemen aan het Koninkrijk. Geef dat wij er nooit verstoken van zijn. Amen.




Bijbellezing uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach:

11, 1 Door wijsheid wordt de nederige verheven
en komt hij te zitten in de kring van de machthebbers.

2 Prijs niemand om zijn schoonheid en verafschuw geen mens om zijn uiterlijk.
3 Klein is de bij onder de gevleugelde dieren,
maar wat zij voortbrengt is het puik van alwat zoet is.
4 Wees niet trots op de kleren die gij draagt en word niet verwaand, als men u eer bewijst, want de werken van de Heer zijn wonderbaar, ook al zijn ze voor de mensen verborgen.
5 Veel heersers zijn op de vloer komen te zitten,
terwijl de man in wie men geen erg had de diadeem te dragen kreeg.
6 Veel machthebbers zijn diep in oneer geraakt
en aanzienlijken zijn overgeleverd in de handen van vreemden. 7 Spreek geen afkeuring uit voordat gij onderzoek hebt gedaan. Denk eerst na en geef dan pas uw berisping.
8 Antwoord niet voordat gij hebt geluisterd
en onderbreek niemand, terwijl hij nog aan het woord is. 9 Strijd niet over een zaak die voor u geen belang heeft en ga niet met zondaars op de rechterstoel zitten.
10 Mijn zoon, bemoei u niet met al te veel dingen! (…)
29 Haal niet iedereen in uw huis want een bedrieger zit vol slinkse streken.
30 Als een lokpatrijs in een kooi, zo is het hart van de hoogmoedige en hij loert als een belager op uw val.
31 Listig verdraait hij goed tot kwaad en zelfs het kostbaarste bederft hij.
32 Een vonk kan een groot vuur worden en een zondaar loert nu eenmaal op bloed.
33 Wacht u voor de boosdoener, want hij smeedt kwaad. Hij kan voorgoed een smet op u werpen.
34 Als gij iemand die niet deugt in uw huis haalt, zal hij u in verwarring en dwaling brengen
en u van uw verplichtingen vervreemden.
18, 19 Voordat gij spreekt moet gij u laten onderrichten
en gij moet voor uw gezondheid zorgen, voordat gij ziek wordt. 20 Voordat gij wordt geoordeeld, moet gij uzelf onderzoeken om in het uur van het verhoor genadigheid te vinden.
21 Voordat gij ziek wordt, moet gij u vernederen en tijdig tonen, dat gij u van uw zonden bekeerd hebt.
22 Laat u niet weerhouden een gelofte bijtijds in te lossen en wacht niet tot aan uw dood om in het reine te komen. 23 Voordat gij een gelofte doet moet gij u bezinnen
en gij moet niet zo iemand worden die de Heer op de proef stelt.
24 Denk aan de toorn, die komt in de dagen van de dood,
en aan het moment van de bestraffing, als Gods aangezicht zich afwendt.
25 Denk aan de tijd van de honger in tijden van overvloed en aan de armoe en het gebrek in dagen van rijkdom.
26 Tussen morgen en avond wisselen de kansen:
kortstondig is alles voor de Heer.
27 Een wijs mens is altijd behoedzaam
en in zondige tijden wacht hij zich voor een overtreding.
28 Ieder verstandig mens erkent de wijsheid en hij prijst degene die haar gevonden heeft.
29 Zij die woorden van wijsheid verstaan geven zelf ook blijk van wijsheid en zij laten treffende spreuken regenen.
30 Loop niet achter uw begeerten aan en houd u ver van uw lusten.
31 Als gij aan uw hart toestaat wat uw begeerte wenst, zal u dat tot de spot van uw vijanden maken.
32 Verlustig u niet in grote weelde en zoek haar gezelschap niet.
33 Breng uzelf niet tot de bedelstaf door feest te vieren met geleend geld, terwijl gij niets in uw beurs hebt.

Duiding

Een wijs mens is altijd behoedzaam….(Jezus Sirach 18, 27)
Bénédicte Lemmelijn wijst er ons op
dat in de gelezen tekst ervaringswijsheid te vinden is, ervaringswijsheid die geldt tot op vandaag.
Het boek Wijsheid van Jezus Sirach is geschreven in het Grieks. Vers 18,27 luidt letterlijk uit dat Grieks vertaald:
“Een wijs man in alles …..”
en dan staat er een vorm van het Griekse werkwoord eulabéomai. Eu als voorvoegsel betekent ‘goed’
en labéomai is verwant met een ander werkwoord lambanoo,
wat ‘nemen’, ‘grijpen’, ‘vastnemen’, vasthouden’ betekent.
In de samenstelling is ‘goed’ echter niet synoniem van ‘stevig’, dus niet in de betekenis van ‘stevig vastpakken’
zodat het vastgepakte je niet meer ontglipt of afgenomen, afgepakt kan worden. ‘Goed’ slaat niet op de fysieke manier waarop je iets of iemand vastneemt, neemt, maar op de ingesteldheid waarmee je dat doet,
ingesteldheid die dan natuurlijk ook de wijze van vastnemen bepalen zal.
Iets of iemand ‘goed’, behoedzaam vastnemen of nemen (in letterlijke of figuurlijke zin) duidt hier op voorzichtigheid en bedachtzaamheid.
Als er al zeker geen begeerte in het nemen steekt, dan zeker ook geen angst.
Ik zag wel eens in natuurdocumentaires hoe men slangen grijpt, vastneemt, vasthoudt: zeer behoedzaam, zeer bedachtzaam, zeer voorzichtig.
Maar de bedachtzaamheid, de voorzichtigheid en de behoedzaamheid waarmee de oude Simeon het kind Jezus in zijn handen neemt
is van een heel andere aard en hoort thuis bij eerbied, schroom, maar ook niet-grijpende afstandelijkheid, gereserveerdheid en zelfs bezorgdheid.
Het is een niet-grijpend nemen, eerder ontvangend nemen,
zeker niet een ver-grijpend nemen, waarbij men de eerbaarheid ont-neemt, zeker ook geen heimelijk weg-nemen!
Ons fameuze Griekse werkwoord eulabéomai komt overigens slechts éénmaal voor in het hele Griekse Nieuwe Testament, nl. in de brief aan de Hebreeën:
11,7 Door het geloof heeft Noach,
na door God te zijn gewaarschuwd voor wat nog niet te zien was, met grote zorg de ark gebouwd, om zijn huisgezin te redden.
Letterlijk staat er: “goed vasthoudend gemaakt”,
waarbij het “goede vasthouden” hier op die bezorgdheid wijst.
Overigens komt alleen in de brief aan de Hebreeën
het zelfstandig naamwoord eulabeia, dat met ons werkwoord verwant is, voor en het draagt er tweemaal de betekenis van ‘eerbied’ en ‘vroomheid’.
En het bijvoeglijk naamwoord eulabès vinden we in de evangelieën maar één maal: inderdaad bij onze behoedzame Simeon om te zeggen dat hij een ‘vroom’ man is: Lucas 2, 25 Nu leefde er in Jeruzalem een zekere Simeon,
een wetgetrouw en vroom man,
die Israëls vertroosting verwachtte en de heilige Geest rustte op hem.
‘Goed vastnemen’ gaat dus over meer dan de fysieke daad van nemen met onze handen, maar over de wijze en vooral de ingesteldheid
waarop we omgaan met mensen en de dingen om ons heen,
over de wijze van ontmoeten, spreken met, bekijken, beoordelen.

Ons Nederlandse woord ‘behoedzaamheid’ wijst wel op een waakzame voorzichtigheid, een eerlijke en terechte bezorgdheid voor jezelf.
En dat kan slaan op het lichamelijke welzijn.
De corona-pandemie leert ons behoedzaam te zijn in onze contacten.

Maar ook ons innerlijk welzijn, onze innerlijke vrede en integriteit
heeft nood aan behoedzaamheid, de zorg om trouw te blijven aan onszelf, om steeds authentiek te zijn, om onszelf te blijven,
niet te vervreemden van ons wezen.
Nogmaals, dit heeft niets met een egocentrische angst te maken. Een mondmasker dragen en de nodige fysieke afstand bewaren doen we niet alleen om onszelf te beschermen tegen besmetting, maar ook om anderen niet te besmetten.
En als je in je leven anderen ten dienste wil zijn,
voor anderen wil zorgen, voor anderen verantwoordelijkheid wil opnemen, dan heb je er alle baat bij - en die anderen dus ook -,
als je ‘behoedzaam’ omgaat met alles wat je gezondheid aanraakt.
Als je met vrienden als chauffeur op stap goed
dan moet je heel behoedzaam met alcohol omgaan en op een ‘goede’ manier fles of glas ‘vastnemen’.
Je eigen welzijn en dat van anderen heeft nood aan behoedzaamheid in al je contacten, relaties, in al je omgaan met de werkelijkheid, maar ook in je omgaan met je emoties en gevoelens.

De tekst van Jezus Sirach die ons hier aangeboden wordt bevat tal van praktische raadgevingen.
Een geoefende houding van behoedzaamheid ‘behoedt’ ons voor jaloezie, trots, verwaandheid en hoogmoed,
voor onnadenkend en impulsief oordelen vanuit emoties, emotioneel spreken, oordelen, antwoorden, waarderen, beloven. Tegen deze lichtzinnigheid van de emotionaliteit,
die noch intelligentie noch goddelijke intuïtie in zich draagt, hebben we dus het vaccin van de behoedzaamheid,
die we een ‘geoefende’ behoedzaamheid noemen. Het eerste belangrijke oefenveld zijn de emoties en de gedachten die door onze emoties
en onze ‘emotionele geluksprogramma’s’ geproduceerd worden. Eens te meer komt de wijsheid van Thomas Keating weer aan bod. De ‘beoefening’ bestaat er uiteraard in deze te leren loslaten.
Zo wordt duidelijk dat behoedzaamheid een vrucht van meditatie kan worden.
En dit blijkt dan weer al te duidelijk waar Jezus Sirach stelt
dat aan het behoedzaam spreken en oordelen luisteren voorafgaat, een luisteren waarbij we niet alleen niet het woord ‘nemen’
maar onze aandacht niet laten weg’nemen’
of niet in ‘beslag laten nemen’ door onze voordelen en emoties.

Wie aandachtig tussen de regels van de bijbeltekst leest
ontdekt dat er een serieus geluksprogramma is waarvoor we ons moeten hoeden: de drang om aanvaard onszelf te beveiligen of te bevestigen
als een ‘interessant’ persoon, waardoor we in bijzijn van anderen ons conformeren, onze overtuiging verloochenen, liegen, overdrijven
of de aandacht op ons vestigen door iets ‘interessants’ over anderen te vertellen, een belangrijk nieuwsje, of erger: door een geheim prijs te geven.
‘Slecht gezelschap’ is ieder gezelschap dat er op aanstuurt dit te doen of waarin we onszelf gedwongen voelen dit te doen.
Het spreken en communiceren – op welke wijze dan ook –
is zeker een heel belangrijk oefenveld voor de behoedzaamheid.
Ik begrijp meer en meer de wijsheid van de karthuizers
die alle vormen van onnodig spreken (de meeste communicatie dus) afwijzen.
Op meerdere plaatsen in de Psalmen en de Wijsheidsliteratuur wordt er gesproken over de ‘wachter’ bij de tong.

Wat niet uitdrukkelijk in de tekst van Jezus Sirach aan bod komt is een antwoord op de vraag of we ook ons omgaan met God met de nodige behoedzaamheid moeten bekleden.
Terug naar ons werkwoord ‘goed vastnemen’. Wat zou ‘God nemen’ kunnen betekenen?
We zagen al dat hier eerbied in het betekenisveld verschijnt.
Iets met eerbied benaderen, ontmoeten, nemen
kan nooit een vernietigende of misbruikende intentie hebben, nooit een relatie beogen die in dienst moet staan
van mijn bevrediging, beveiliging of bevestiging.
Hoewel we God natuurlijk niet fysisch kunnen misbruiken en we ons aan God niet fysisch kunnen ver-grijpen,
toch moet ons omgaan met en ons spreken met God van behoedzaamheid doordrongen zijn.
Onze relatie met mensen wordt dan een weerspiegeling van onze relatie met God en omgekeerd.
En in ons spreken met God is er inderdaad eerst…. stilte en luisteren, een niet ‘in-nemende’ houding.
Vervolgens kan gewezen worden op de oude Joodse wijsheid, een wijsheid die er als verbod geformuleerd werd,
namelijk, het verbod om de Naam van God niet ijdel te gebruiken, wat uiteindelijk werd: diens Naam niet in de mond ‘nemen’.
In de naam van God ten strijde trekken
of bij iedere mortiergranaat die je afvuurt ‘Gezegend zij God’ roepen is in ieder geval geen voorbeeld van ‘behoedzaamheid’.
Ons omgaan met God is een oefenen in behoedzaamheid.
Hij heeft er ongetwijfeld geen probleem mee dat we het zo stellen. Hij heeft het zelf zo ‘geregeld’.
Door een te ‘nemen’ mens te worden.

Muziek om even te verwijlen…

https://www.youtube.com/watch?v=ibwxzxER_pY&ab_channel=keef1212
Sterren kun je niet grijpen, niet nemen. Ze stemmen ze tot verwondering.
Daarom zei Basileus de Grote dat je beter wat naar de sterren kunt kijken dan al te veel in boeken te lezen om daar wijsheid te ‘vatten’, te ‘nemen’. Onze houding tegenover de natuur mag ook van die aard zijn.
Schroomvol, eerbiedig benaderen. We hoeven geen bloemen te plukken.
We hoeven ook niet altijd van alles foto’s te ‘nemen’.
eulabéomai Een werkwoord dat ons denken deed.


Drempelgebed

Eeuwige God,
Wij die U nooit hebben gezien, zie ons hier staan.
Wij die van U hebben gehoord, hoor Gij ons aan.
Uw naam is dat Gij mensen helpt, wees onze hulp.
En dat Gij alles hebt gemaakt, maak alles nieuw.
En dat Gij ons bij name kent,

Leer ons U kennen
Die bron van leven wordt genoemd, doe ons weer leven.
Die hebt gezegd: ‘Ik zal er zijn’,
wees hier aanwezig.

Psalm 34

Antifoon: Vreest de Heer, die Hem zijn gewijd,
die Hem vrezen – hun zal niets ontbreken.

Loven wil ik de Heer te allen tijde, de lof Gods geef ik stem, altijd weer;

en mijn ziel zal in trots de Heer prijzen: wie verdrukt is hoort het met verrukking.

Verheerlijkt, met mij, de Heer, verheffen wij zijn naam eenparig.

Ik zocht de Heer: Hij gaf mij antwoord, Hij heeft mij bevrijd van mijn angsten.

Die op Hem zien stralen als licht,
hun gelaat draagt nimmer vernedering.

Zie, er was een verdrukte die riep:
de Heer heeft hem antwoord gegeven, hem verlost uit al wat hem kwelde.

De engel des Heren strijkt neder,
legt zijn wacht rondom wie God vrezen.

Ervaart het, ziet: mild is de Heer, gelukzalig de mens die bij Hem schuilt.

Vreest de Heer, gij die Hem zijt gewijd, die Hem vrezen - hun zal niets ontbreken.

De rijke verkommert en hongert,
die God zoekt zal geen zegening derven.

Mijn zonen, komt, luistert naar mij; ik leer u wat ontzag voor de Heer is.

Zou niet elk mens het leven begeren, duurzaam willen zien op zijn vreugden?

Bewaar uw tong voor wat kwaad brengt, uw lippen voor leugenarij.

Mijd het kwade, handel ten goede, zoek de vrede, tracht die te veroveren.

Toornig ziet de Heer op de verstoorders, dat hun voortbestaan uitsterft op aarde.

De Heer slaat de rechtvaardigen gade, zijn oor vangt hun hulpgeroep op.

Zij riepen, de Heer gaf hun antwoord, Hij heeft hen verlost uit hun noden.

De Heer helpt de gebrokenen van hart, die verslagen van geest zijn bevrijdt Hij.

De rechtvaardige treft menige rampspoed, doch de Heer verlost hem uit dit alles.

Hij houdt al zijn krachten bijeen;
er wordt geen van zijn beenderen gebroken.

Het kwaad brengt wie het kwaad zoekt de dood:
zo boet wie den rechtvaardige haatte.

Hij is de losser, de Heer,
die zijn knechten het leven terug gaf. Die tot Hem vluchten zullen vrijuit gaan.

Eer zij de heerlijkheid Gods:
Vader, Zoon en heilige Geest.

Zo was het in den beginne,
zo zij het thans en voor immer
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Antifoon: Vreest de Heer, die Hem zijn gewijd,
die Hem vrezen – hun zal niets ontbreken.

Lezing uit Bénédicte LEMMELIJN, Mindful geluk vanuit eeuwenoude Bijbelse Wijsheid.

Sirach maant aan tot bedachtzaamheid, een kenmerk bij uitstek van wijsheid. Eerst en vooral, zegt hij, moet je zelf goed weten wat je denkt:
wees verstandig in je denken.
En wat je denkt, moet je dan omzichtig verwoorden zodat je zegt wat je werkelijk denkt.
Alleen zo ben je betrouwbaar.
Iemand die zijn woorden verdraait, en iets anders zegt dan hij eigenlijk bedoelt, is vaak listig en glad.
Een oprecht en integer mens zegt wat hij denkt en denkt wat hij zegt. Geen achterliggende agenda’s, geen verborgen bedoelingen,
geen manipulaties met het oog op welk doel dan ook…. Daarnaast raadt hij aan om niet zomaar meteen te antwoorden. Als je iets gevraagd of verteld wordt,
doe je er best aan eerst goed te luisteren.
Het is belangrijk tijd en aandacht te creëren voor wat aan de orde is. En vervolgens denk je best na voor je antwoordt:
neem de tijd voor je wederwoord.
Wat op het eerste zicht aanlokkelijk lijkt, of je ijdelheid streelt, kan bij nader inzien – en dat is wat denken teweeg brengt – soms helemaal niet zo ideaal zijn.
En tot slot maant Sirach aan om alleen te spreken

als je iets verstandigs te zeggen hebt.
Het is eerder domheid die zomaar ondoordachte visies en meningen te grabbel gooit, en liefst zo luid en opvallend mogelijk.
Een wijs mens spreekt behoedzaam en met kennis van zaken.
Als je spreekt, doe dat dan alleen als je iets verstandigs te zeggen hebt, stelt hij, niet om de aandacht te trekken op je eigen persoon.
Meer nog, spreek alleen met kennis van zaken; anders hou je beter je mond. Zo simpel is het.
Ik hoef er zelf niet veel woorden aan toe te voegen. De wijsheid van Sirach is duidelijk:
ze zegt, met kennis van zaken, waar het op aankomt en ze leert ons iets zeer verstandigs.
Ik herhaal het enkel nog met de woorden van Stef Bos, een hedendaagse wijze van een totaal andere orde,
maar misschien toch ook een tikkeltje Bijbels geïnspireerd:
“Bij het recht om te zeggen wat je denkt,
hoort de plicht om te denken over wat je zegt.”

Stilte

Onze Vader

Afsluitend gebed:

God, die al ons doen en denken te boven gaat, wijsheid was het dat U nabij was
toen Gij het licht riep
en toen de mens geschapen werd.
Wijs ons wegen om te gaan
waar uw liefde ons tot onderdak is. Leidt ons naar de mens Jezus,