Tekst & onderricht maart 2020
JEZUS’ BOODSCHAP BETER BEGRIJPEN
BASISBEGRIPPEN VAN DE JOODSCHRISTELIJKE SPIRITUALITEIT
10 maart 2020:
VERBOND: EEN RELATIE VOL VERTROUWEN
“Dit is mijn bloed van het verbond, dat vergoten wordt voor velen.” (Mc 14, 24)
Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:
14, 22 Onder de maaltijd nam Jezus brood, sprak de zegen uit,
brak het en gaf het hun met de woorden: “Neemt, dit is mijn Lichaam.”
23 Daarna nam Hij de beker en na het spreken van het dankgebed
reikte Hij hun die toe en zij dronken allen daaruit.
24 En Hij sprak tot hen: “Dit is mijn Bloed van het Verbond,
dat vergoten wordt voor velen.
25 Voorwaar, Ik zeg u: Ik zal niet meer drinken
van wat de wijnstok voortbrengt
tot op de dag waarop Ik het, nieuw, zal drinken in het Koninkrijk van God.”
26 Nadat zij de lofzang gezongen hadden, gingen zij naar de Olijfberg.
Lezing uit Claus WESTERMANN, Hoofdlijnen van een theologie van het Oude Testament.
Het Oude Testament spreekt over God primair ‘werkwoordelijk’
en niet ‘naamwoordelijk’.
Wat over God gezegd wordt,
slaat zonder uitzondering op een gebeuren tussen God en mens,
nooit is het in de eerste plaats een toestandbeschrijving.
In zover verbond opgevat wordt als een status,
een constante verbinding tussen God en mens,
kan het slechts een latere benaming zijn voor de uitkomst
van wat er gebeurd is tussen God en zijn volk. (…)
In de brede discussie over het Hebreeuwse woord bériet (verbond)
is men het er ten volle over eens geworden,
dat het oorspronkelijk geen toestand beschrijft maar een handeling. (…)
Overal waar in de oudste teksten bériet gebruikt wordt, gaat het erom,
dat iemand iets op een plechtige en bindende wijze verzekert.
Tekst en onderricht februari 2020
JEZUS’ BOODSCHAP BETER BEGRIJPEN
BASISBEGRIPPEN VAN DE JOODSCHRISTELIJKE SPIRITUALITEIT
BIDDEN: BELEVING VAN EENHEID EN VERBONDENHEID
“Sluit de deur achter u en bidt tot de Vader die in het verborgene is.” (Mt 6, 6)
Bijbellezing uit het evangelie van Matteüs:
6, 5 Wanneer gij bidt, gedraagt u dan niet als de schijnheiligen,
die graag in de synagogen en op de hoeken van de straten staan te bidden
om op te vallen bij de mensen.
Voorwaar Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen!
6 Maar als gij bidt, ga dan in uw binnenkamer,
sluit de deur achter u en bidt tot uw Vader die in het verborgene is
en uw Vader die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
7 Als gij bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden,
zoals de heidenen, want deze menen dat zij
door hun veelheid van woorden verhoring zullen vinden.
8 Volgt hun voorbeeld dus niet na, want voordat gij Hem vraagt,
weet uw Vader wat gij nodig hebt.
9 Gij moet daarom zo bidden:
Onze Vader die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd;
10 Uw Rijk kome,
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
11 Geef ons heden ons dagelijks brood.
12 En vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven hebben aan onze schuldenaren.
13 En leid ons niet in bekoring,
maar behoed ons voor het kwaad.
14 Want als gij aan de mensen hun fouten vergeeft,
zal uw hemelse Vader ook u vergeven,
15 maar als gij niet vergeeft aan de mensen,
zal ook uw hemelse Vader uw fouten niet vergeven.
Tekst en Onderricht december 2019
10 december 2019
EEN GOD MET EEN MENSELIJKE EMOTIE: BARMHARTIGHEID
“Weest barmhartig, zoals uw Vader barmhartig is.” (Lc 6,36)
Bijbellezing uit het evangelie van Lucas:
6, 27 Tot u die naar Mij luistert zeg Ik:
Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten,
28 zegent hen die u vervloeken
en bidt voor hen die u mishandelen.
29 Als iemand u op de ene wang slaat,
keert hem ook de andere toe;
en als iemand uw bovenkleed van u afneemt,
belet hem niet ook uw onderkleed te nemen.
30 Geeft aan ieder die u iets vraagt,
en als iemand wegneemt wat u toebehoort, eist het niet terug.
31 Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij het hun doen.
32 Als gij bemint wie u beminnen
wat voor recht op dank hebt ge dan?
Ook de zondaars beminnen wie hen liefhebben.
33 Als gij weldoet aan wie u weldaden bewijzen,
wat voor recht op dank hebt ge dan?
Dat doen de zondaars ook.
34 Als gij leent aan hen van wie ge hoopt terug te krijgen,
wat voor recht op dank hebt ge dan?
Ook de zondaars lenen aan zondaars
met de bedoeling evenveel terug te krijgen.
35 Neen, bemint uw vijanden,
doet goed en leent uit zonder erop te rekenen iets terug te krijgen.
Dan zal uw loon groot zijn,
dan zult ge kinderen zijn van de Allerhoogste,
die immers ook goed is voor de ondankbaren en slechten.
Tekst en onderricht januari 2020
JEZUS’ BOODSCHAP BETER BEGRIJPEN
BASISBEGRIPPEN VAN DE JOODSCHRISTELIJKE SPIRITUALITEIT
SABBAT: EEN LASTIG EN TOCH BEVRIJDEND NIETS DOEN
“De sabbat is gemaakt voor de mens,
maar niet de mens om de sabbat.” (Mc 2, 27)
Bijbellezing uit het evangelie van Marcus:
2, 23 Eens ging Hij op een sabbat door de korenvelden
en zijn leerlingen begonnen onder het gaan aren te plukken.
24 De Farizeeën zeiden tot Hem:
“Waarom doen ze op sabbat iets wat niet geoorloofd is?”
25 Hij gaf hun ten antwoord:
“Hebt gij nooit gelezen wat David deed,
toen hij gebrek had en hij en zijn metgezellen honger kregen?
26 Hoe hij onder de hogepriester Abjatar het huis van God binnenging
en van de toonbroden at, die alleen de priesters mogen eten,
en hoe hij er ook van gaf aan zijn metgezellen?”
27 En Hij voegde er aan toe: “De sabbat is gemaakt om de mens,
maar niet de mens om de sabbat.
28 De Mensenzoon is dus Heer ook van de sabbat.”
3, 1 Op een andere keer ging Hij naar de synagoge
waar een man aanwezig was met een verschrompelde hand.
2 Zij hielden Hem in het oog of Hij hem op sabbat zou genezen,
met de bedoeling Hem daarvan te beschuldigen.
3 Hij zei nu tot de man met de verschrompelde hand:
“Kom in het midden staan.”
4 Daarop stelde Hij hun de vraag:
“Mag men op sabbat goed doen of kwaad, iemand redden of doden?”
Maar zij zwegen.
5 Toen liet Hij toornig, maar tegelijkertijd bedroefd om de verstoktheid van hun hart,
zijn blik rondgaan en zei tot de man: “Steekt uw hand uit.”
Hij stak zijn hand uit en deze was weer gezond.
Tekst en Onderricht oktober 2019
J
8 oktober 2019:
GODS REDDING: LIEFDE DIE NIET NAAR SCHULD VRAAGT
“Heer, zijn het er weinig die gered worden?” (Lc 13, 23)
Bijbellezing uit het evangelie van Lucas:
13, 22 Hij trok rond door steden en dorpen,
gaf er onderricht en zette zijn reis voort naar Jeruzalem.
23 Iemand vroeg Hem: 'Heer, zijn er weinig die gered worden?'
Maar Hij sprak tot hen:
24 'Spant u tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen,
want, Ik zeg u, velen zullen het proberen, maar er niet in slagen binnen te komen.
25 Als eenmaal de huisvader is opgestaan en de deur gesloten heeft
en gij dan buiten op de stoep begint te kloppen en te roepen: Heer, doe open!
zal Hij u antwoorden: Ik weet niet waar gij vandaan komt.
26 Dan zult ge opwerpen:
In uw tegenwoordigheid hebben wij gegeten en gedronken,
en in onze straten hebt Gij onderricht gegeven.
Maar weer zal zijn antwoord zijn: Ik weet niet waar gij vandaan komt.
27 Gaat weg van Mij, gij allen, bedrijvers van ongerechtigheid.
28 Daar zal geween zijn en tandengeknars,
wanneer gij Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten zult zien in het Rijk Gods,
terwijl ge zelf buitengeworpen zult zijn.