Onderricht 3 maart 2020

Bron: Metropoliet Anthony (Bloom) van Sourozh, De weg naar binnen. School van het gebed, Tilburg, 2010, blz. 75-81

Bloom nodigt ons uit te werken aan een nieuw tijdsbesef
en nieuwe tijdsbeheersing, waarbij volgende oefening kan helpen.
Als we echt niets te doen hebben en ook niets zinvols gepland hebben,
dan moeten we deze momenten van stilte en leegte
niet onmiddellijk zoeken op te vullen door bv. te gaan zappen,
niet onmiddellijk ze proberen op te vullen door iets nuttigs of aangenaams…
We kunnen ze beter besteden aan gebed, reflectie, zinvolle lectuur
waarbij we ons steeds eerst aanwezig weten bij de Aanwezige,
en Zijn aanwezigheid ook in ons aanwezig weten.
Bij die momenten is het goed dit aanwezig zijn door niets te laten storen.
Maar zo’n momenten zouden we ook kunnen inbouwen
in tijden waarin we helemaal in beslag genomen zijn
door activiteiten en zaken waarvan je denkt:
dat moet ik doen, daar hangt heel wat van af,
of, God, wat is dat leuk, wat voel ik mij daar goed bij.
Het is een ernstige oefening in verstillen.
Daarnaast moeten we ons oefenen in aandacht (concentratie).


Want ook het gebrek aan aandacht kan afhankelijk zijn van een tijdsbesef,
een tijdbesef waardoor we onder druk komen te staan.
Bloom heeft een aantal aanwijzingen, tips:
* leer af van tijdens een bepaalde activiteit steeds op de klok te kijken
(zoals tijdens de meditatie is een timer, een alarm handig – denk aan de klokkentoren in de abdijen);
* het werk dat je nu doet is het enige dat je te doen hebt (leer dus af tijdens het werk te multitasken en te denken ‘straks moet ik nog’);
* als je met iemand in gesprek bent is dat de enige aanwezige op dat moment in de bestaan (zeker handig in recepties);
* terwijl je met iets bezig bent je niet druk maken over problemen die zich al of niet zullen oplossen (een geweldige oefening in loslaten);
* de dingen die we te doen hebben doen we niet gejaagd en we beginnen er dan ook tijdig aan (niet tijdig aan dingen beginnen is meestal het gevolg van iets niet kunnen loslaten – idem voor niet tijdig naar bed gaan);
* we moeten echt leren van tijd tot tijd niets doen zonder een gevoel van schuld te hebben.
We kunnen dit alles prachtig toepassen op onze meditatiepraktijk:
* meditatie is geen ‘zinloze’ tijdsbesteding omdat je er niets nuttigs en niets aangenaams mee realiseert;
* om met je meditatietijd te beginnen moet je leren een en ander loslaten,
soms ook zaken waaraan je bezig bent (=de grote oefening van de monniken en monialen!);
* tijdens je meditatietijd niet zoeken naar oplossingen voor problemen, gesprekken voorbereiden, preken schrijven;
* de Aanwezige is tijdens je meditatie de enige aanwezige;
* mediteren is het enige wat je te doen hebt in je meditatietijd en laat los te denken aan wat je straks te doen hebt;
* uiteraard kijken we tijdens de meditatie niet op onze klok!
Bloom gaat verder met geven van goed advies voor het oefenen in verstillen.
Zo stelt hij dat we door in een gesprek te zwijgen
vaak een belangrijker bijdrage kunnen leveren
voor de oplossing van een aangesneden probleem dan door te praten,
vooral als dat praten enkel maar het willen halen is van ons groot gelijk.
Vervolgens breekt hij een lans om te leren … vogels waarnemen en observeren.
Je oefent je in waakzaamheid, in zwijgen, in observeren zonder iets te zoeken
waar je blijvend iets aan hebt, waarbij je op je laat afkomen,
zonder vooroordelen en zonder verwachtingen,
waardoor je tijdens je natuurwandeling
ook niet bezig bent met problemen oplossen, planningen maken,
dagdromen.
Bron: Metropoliet Anthony (Bloom) van Sourozh, De weg naar binnen. School van het gebed, Tilburg, 2010, blz. 75-81

Bloom nodigt ons uit te werken aan een nieuw tijdsbesef
en nieuwe tijdsbeheersing, waarbij volgende oefening kan helpen.
Als we echt niets te doen hebben en ook niets zinvols gepland hebben,
dan moeten we deze momenten van stilte en leegte
niet onmiddellijk zoeken op te vullen door bv. te gaan zappen,
niet onmiddellijk ze proberen op te vullen door iets nuttigs of aangenaams…
We kunnen ze beter besteden aan gebed, reflectie, zinvolle lectuur
waarbij we ons steeds eerst aanwezig weten bij de Aanwezige,
en Zijn aanwezigheid ook in ons aanwezig weten.
Bij die momenten is het goed dit aanwezig zijn door niets te laten storen.
Maar zo’n momenten zouden we ook kunnen inbouwen
in tijden waarin we helemaal in beslag genomen zijn
door activiteiten en zaken waarvan je denkt:
dat moet ik doen, daar hangt heel wat van af,
of, God, wat is dat leuk, wat voel ik mij daar goed bij.
Het is een ernstige oefening in verstillen.
Daarnaast moeten we ons oefenen in aandacht (concentratie).
Want ook het gebrek aan aandacht kan afhankelijk zijn van een tijdsbesef,
een tijdbesef waardoor we onder druk komen te staan.
Bloom heeft een aantal aanwijzingen, tips:
* leer af van tijdens een bepaalde activiteit steeds op de klok te kijken
(zoals tijdens de meditatie is een timer, een alarm handig – denk aan de klokkentoren in de abdijen);
* het werk dat je nu doet is het enige dat je te doen hebt (leer dus af tijdens het werk te multitasken en te denken ‘straks moet ik nog’);
* als je met iemand in gesprek bent is dat de enige aanwezige op dat moment in de bestaan (zeker handig in recepties);
* terwijl je met iets bezig bent je niet druk maken over problemen die zich al of niet zullen oplossen (een geweldige oefening in loslaten);
* de dingen die we te doen hebben doen we niet gejaagd en we beginnen er dan ook tijdig aan (niet tijdig aan dingen beginnen is meestal het gevolg van iets niet kunnen loslaten – idem voor niet tijdig naar bed gaan);
* we moeten echt leren van tijd tot tijd niets doen zonder een gevoel van schuld te hebben.
We kunnen dit alles prachtig toepassen op onze meditatiepraktijk:
* meditatie is geen ‘zinloze’ tijdsbesteding omdat je er niets nuttigs en niets aangenaams mee realiseert;
* om met je meditatietijd te beginnen moet je leren een en ander loslaten,
soms ook zaken waaraan je bezig bent (=de grote oefening van de monniken en monialen!);
* tijdens je meditatietijd niet zoeken naar oplossingen voor problemen, gesprekken voorbereiden, preken schrijven;
* de Aanwezige is tijdens je meditatie de enige aanwezige;
* mediteren is het enige wat je te doen hebt in je meditatietijd en laat los te denken aan wat je straks te doen hebt;
* uiteraard kijken we tijdens de meditatie niet op onze klok!
Bloom gaat verder met geven van goed advies voor het oefenen in verstillen.
Zo stelt hij dat we door in een gesprek te zwijgen
vaak een belangrijker bijdrage kunnen leveren
voor de oplossing van een aangesneden probleem dan door te praten,
vooral als dat praten enkel maar het willen halen is van ons groot gelijk.
Vervolgens breekt hij een lans om te leren … vogels waarnemen en observeren.
Je oefent je in waakzaamheid, in zwijgen, in observeren zonder iets te zoeken
waar je blijvend iets aan hebt, waarbij je op je laat afkomen,
zonder vooroordelen en zonder verwachtingen,
waardoor je tijdens je natuurwandeling
ook niet bezig bent met problemen oplossen, planningen maken,
dagdromen.