Dorothee Sölle
25 april 2017
Dorothee SÖLLE, Mystiek en verzet
“Wat wij nodig hebben is dat we ons prepareren, ons scholen in bidden, om andere verlangens te koesteren dan de gebruikelijke.”
Het mystieke één worden is dus nooit een onverliesbaar bezit.
Wat in de mystieke eenwording werkelijk gebeurt is niet een nieuw zicht op God,
maar een andere relatie tot de wereld – een relatie die de ogen van God heeft geleend.
Het is een wisseling die ontstaat uit het één zijn met alle leven.
God is geen privé aangelegenheid voor enkelen
die voldoende naïef aangelegd zijn of geluk hebben gehad. (…)
Wat gebeurt er werkelijk in de eenwording van de ziel met God – aan bevrijding, aan heling?
Het is een oefenen in de wijze van zien zoals God ziet,
het is de waarneming van het kleine, van het onbeduidende,
het luisteren naar het jammeren van Gods kinderen, die in Egypte in slavernij zijn.
God roept de ziel op om de eigen oren en ogen weg te geven
en zich Gods oren en ogen te laten schenken.
Alleen wie met andere oren hoort, kan spreken met de mond van God.
God ziet datgene wat gewoonlijk onzichtbaar gemaakt wordt en geen rol speelt.
Hernri Nouwen, (zie ook voorbije lezingen 2015-2016)
28 maart 2017
Henri NOUWEN, Nederigheid en dienstbaarheid. Het neerwaartse pad van Christus
De basis van alle dienstbaarheid is de ervaring
dat God ons onbegrensd en grenzeloos aanvaardt als zijn geliefde kinderen,
een aanvaarding zo volledig, zo allesomvattend,
dat wij daardoor bevrijd worden van ons dwangmatig verlangen
om te worden gezien, geprezen en bewonderd.
Die ervaring maakt ons vrij om Christus te volgen op het pad van de dienstbaarheid.
Dit weten, dat we aanvaard worden door God, bevrijdt ons van ons behoeftige zelf
en creëert daardoor nieuwe ruimte,
waarin we belangeloos aandacht kunnen geven aan anderen.
Die nieuwe vrijheid stelt ons in staat om, vrij van dwangmatig handelen,
de wereld open en actief tegemoet te treden,
zelfs als we worden uitgelachen of afgewezen,
zelfs als onze woorden en daden uiteindelijk leiden tot onze dood.
Clive Staples LEWIS
24 januari 2017
Clive Staples LEWIS, De vier liefdes
“Maar Goddelijke gevende liefde maakt het de mens mogelijk lief te hebben wat van nature onze liefde juist niet opwekt: melaatsen, misdadigers, vijanden, gestoorden, sjacherijnen, hooghartige of hatelijke mensen.”
C.S. Lewis, De vier liefdes
God, als Schepper van de natuur, plant bij ons zowel gevende als vragende liefde in.
De gevende liefdes zijn natuurlijk beelden van Hemzelf.
Zij vertonen een verwantschap met Hem door gelijkenis
die niet noodzakelijkerwijs ook een nabijheid-door-benadering inhoudt.
Een gevende moeder, een weldoende vorst of onderwijzer,
kan geven en nog eens geven en zo voortdurend die gelijkenis vertonen,
zonder in afstand een stap dichter bij God te komen.
André LOUF
28 februari 2017
André LOUF, Inspelen op genade. Over God-zoeken
“Is voor ons vandaag ook niet een vroomheid mogelijk die weinig of niets uit te staan heeft met het handelen van de Geest in ons… en waarop de genade dan ook weinig vat heeft.”
Diep in ons is een liefdeband, waarvan de band
die we vroeger mochten ontdekken met vader en moeder slechts een teken was.
Een band met de Vader, in de Zoon en door de Geest.
Want de Geest is het die ons voorstamelt: “Abba, Vader” (Rom. 8, 15).
Hetzelfde woord, dat ons eerste woord was als mensenkind,
stamelen we nu weer uit, over de stilte heen, die nu slechts volheid van liefde is.
Nu ontstaat er een wisselspel tussen de stilzwijgendheid, die we ons van buitenaf opleggen,
en de innerlijke stilte, of inkeer, waarvan we nu beginnen te vermoeden
dat ze diep in ons een onuitsprekelijk gebeuren is.
Met dit spel zijn we niet onmiddellijk klaar.
Anselm GRÜN en Meinrad DUFNER
27 december 2016
Anselm GRÜN en Meinrad DUFNER, Spiritualiteit van beneden
Spiritualiteit van beneden betekent dat we luisteren
naar Gods stem in onze gedachten en gevoelens, in onze hartstochten en behoeften. (…)
Slechts als wij daarop attent zijn,
kunnen wij het beeld dat God zich van ons gemaakt heeft ontdekken.
We moeten zelf geen waardeoordelen vellen over onze emoties en hartstochten. (…)
Veel mensen veroordelen zichzelf omdat ze negatieve gevoelens hebben,
bijv. boosheid, ergernis, naijver of lusteloosheid.
Ze proberen - dikwijls “met Gods hulp” – tegen deze gevoelens in te gaan,
om er vrij van te raken.
Spiritualiteit van beneden zou betekenen
dat ik mij verzoen met alle hartstochten, met alle emoties.
Ze zouden me allemaal tot God moeten kunnen brengen.
Voor de spiritualiteit van boven zijn de hartstochten er enkel
om beheerst en overwonnen te worden.
Het ideaal van kalmte, naastenliefde, vriendelijkheid, verlangt
dat ik toorn en woede beheers.
Maar dikwijls genoeg wil God mij iets zeggen in mijn woede
en mij wijzen op de schat die in mij verborgen ligt.