Manu Van Hecke, abt van West-Vleteren

Abt Westvleteren klein

 

 

 

 

23 februari 2016

Manu Van Hecke, abt van West-Vleteren

Manu Van Hecke is op 11 september 1951 geboren in Sint-Laureins in Oost-Vlaanderen. Na studies filosofie aan de KULeuven is hij in 1981 ingetreden in de Sint-Sixtusabdij te Westvleteren. Hij is er abt verkozen sinds 9 november 1996 en draagt verantwoordelijkheid over een dertigtal “Trappistenmonniken”.

Abt Manu schrijft dat een Cisterciënzerklooster een school van liefde is. Jezus is de leermeester in de school van het beminnen. In verband met het woord liefde valt het woord leermeester en het woord school. Dus beminnen moet blijkbaar geleerd worden, wij kunnen het niet zomaar, én het kan ook geleerd worden. 

Een klooster is een soort school waar men dat kan leren: een leerschool van liefde. Reeds de eerste Cisterciënzermonniken noemden hun klooster: een schola caritatis. Er zijn nog veel andere leerscholen, de bekendste en meest voorkomende is het gezin.

De echte liefde onttroont altijd ons kleine ik en stelt de ander in het centrum. Daarom willen we graag “van Christus zijn” en luisteren naar abt Manu hoe we die levenslange uitdaging kunnen aangaan. Een levenslange schooltijd!

23 februari 2016

"Christelijk leven is een leven in verbondenheid met God en mensen. Maar hoe brengen we dit ter sprake? Het is belangrijk om naar onze concrete ervaring te gaan. Wat is, is. Daar willen we van vertrekken, en dus niet vanuit idealen, niet vanuit onze dromen."

Wat is, is!

Christelijk leven is een leven in verbondenheid met God en mensen.
Maar hoe brengen we dit ter sprake?
Het is belangrijk om naar onze concrete ervaring te gaan. Wat is, is.
Daar willen we van vertrekken, en dus niet vanuit idealen, niet vanuit onze dromen.
Het treft me altijd bij lectuur of bij wat ik hoor:
wat mij echt raakt en ook bijblijft, is wanneer er ervaring wordt vertolkt,
wanneer de hartslag van waarachtig leven mag gevoeld worden.
Dat merk je bv. in geschriften van heiligen.
Die woorden weerspiegelen hun ervaring, soms impliciet, soms expliciet:
de kleine en grote dingen die zij op hun menselijke, geestelijke weg hebben geleefd, beleefd.
Maar de vraag is of wanneer wij spreken over ons christelijk leven,
wij dan onze ervaring in het centrum stellen?
Dus wat we echt aan het leven zijn?
Is het niet vaak zo dat
wanneer we over de concrete realiteit van onze christelijke gemeenschappen spreken,
we dat dan meestal doen om ofwel morele oordelen uit te spreken
of om plannen voor de toekomst voor stellen?
Om het meer theoretisch, maar mogelijks ook helderder uit te drukken:
wij hebben de tendens om “het zijn” (wat we zijn/wat is) te ontwijken
om te kijken naar (1) ofwel “hoe het zou moeten zijn” (het abstracte ideaal)
(2) ofwel “hoe het zou kunnen zijn”
(wat we in een meer nabije of meer verre toekomst zouden kunnen doen).
Het kost ons moeite om ons gewoon over onze armoede van het nu te buigen,
dus om te lezen wat neergeschreven staat in wat we nu leven,
in bepaalde ervaringen die we nu meemaken
en dit in weerwil van het feit of ons dit nu zint of niet,
of het nu al dan niet overeenstemt met onze dromen, onze idealen.
Dus een uitnodiging om te vertrekken vanuit onze eigen “lage staat”,
vanuit onze concrete geschiedenis van zonde en heil.
Dat is de enige reële kans die er is om te begrijpen waar we naar toe gaan,
of waar we eventueel zouden naar toe willen gaan
door ons teweer te stellen tegen de krachten die ons daarvan willen afdrijven.
Daarbij is het belangrijk dat we leren uit onze fouten en mislukkingen, en die zijn er!
Daar immers vertrekken we niet vanuit het hoge, het ideale, maar vanuit het lage.
Durven we stilstaan bij vragen als: waar hebben we ons vergist?
Waarom hebben we ons vergist?
Dat zal ons openen voor de waarheid, voor de waarheid van de werkelijkheid
en zal ons verhinderen ons te verschuilen in theoretische, ideale, speculatieve waarheden. Eén klein voorbeeldje maar:
vrede in een gemeenschap komt er niet door conflicten te vermijden,
door steeds maar alle plooien glad te strijken;
neen, conflicten worden opgelost door de confrontatie aan te gaan,
door er doorheen te gaan, ze te doorworstelen.
In feite komt het neer op Verrijzenisgeloof:
het Paasmysterie – Kruispasen en Verrijzenispasen:
openbaring van hoe het goede, het ware zich uitlevert
in een geschiedenis van lijden, zonde en dood.