Tekst en onderricht oktober 2025
“IK GELOOF IN…”
BIJBELSE GRONDSLAGEN VAN ONZE GELOOFSBELIJDENIS
Gebed:
Geef ons Uw Woord, Heer,
en maak ons voor Uw Woord open en aandachtig.
Uw Woord waarin Gij U openbaart en wij ons ware wezen herkennen.
Uw Woord dat ons verruimt en verrijkt, ons inspireert tot het hoogste,
het meest menselijke, het goddelijke.
Uw Woord dat ons leidt
om scheppend en verrijkend in het leven te staan, liefdevol, vredevol en vreugdevol.
Uw Woord dat ons oproept om Uw Zoon te volgen
en deel te nemen aan het Koninkrijk. Geef dat wij er nooit verstoken van zijn. Amen.
Js 63, 7-19
7 De blijken van Jahwe's trouw wil ik bezingen,
de roemvolle daden van Jahwe, alles wat Jahwe voor ons heeft gedaan,
zijn grote goedheid voor Israëls huis, het mededogen dat Hij ons bewees, en de vele blijken van zijn trouw.
8 Hij sprak: Zij zijn toch mijn volk, kinderen die hun woord van trouw niet breken. Hij is hun redder geweest 9 in al hun nood.
Niet een bode of een engel, maar Hij heeft hen zelf gered. In zijn liefde en zijn mededogen heeft Hijzelf hen verlost.
Hij heeft hen opgenomen en gedragen, in alle vroegere dagen. 10 Maar zij waren opstandig en bedroefden zijn heilige geest. Zo werd Hij hun tot vijand, Hij zelf streed tegen hen.
Tekst en Onderricht september 2026
“IK GELOOF IN…”
BIJBELSE GRONDSLAGEN VAN ONZE GELOOFSBELIJDENIS
Bijbelteksten:
Genesis 15, 1-6
1 Na deze gebeurtenissen klonk het woord van Jahwe in een visioen tot Abram:
`Gij moet niet vrezen, Abram, Ik zal uw schild zijn. Uw loon zal zeer groot zijn!' 2 Toen zei Abram: `Jahwe, mijn Heer, wat baten mij uw gaven?
Want ik blijf maar kinderloos en de Damasceen Eliezer zal de bezitter van mijn huis worden.'
3 Abram zei: `Gij hebt mij toch geen nakomelingen geschonken, en een onderhorige zal mijn erfgenaam zijn.'
4 Toen werd het woord van Jahwe tot hem gericht:
`Niet hij wordt uw erfgenaam,
uw erfgenaam zal iemand zijn die gij zult verwekken.' 5 Hij leidde hem naar buiten en zei:
`Kijk naar de hemel en tel de sterren, als ge kunt.'
En Hij verzekerde hem: `Zo talrijk wordt uw nageslacht.
6 Abram geloofde Jahwe, en deze rekende hem dat als gerechtigheid aan.