Homilie voor het hoogfeest van Christus, Koning van het heelal C 23 november 2025

Homilie voor het hoogfeest van Christus, Koning van het heelal C 23 november 2025

Lezing Kol. 1, 12-20
Broeders en zusters, blijmoedig danken wij God, de Vader, omdat Hij u in staat stelde te delen in de erfenis van de heiligen en te leven in het licht. Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de
duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon. In Hem is onze bevrijding verzekerd en zijn onze zonden vergeven. Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping. Want in Hem is alles geschapen in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, tronen en hoogheden, heerschappijen en machten. Het heelal is
geschapen door Hem en voor Hem. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem. Hij is ook het hoofd van het lichaam dat de kerk is. Hij is de oorsprong, de eerste, die van de dood is opgestaan
om in alles de hoogste te zijn, Hij alleen. Want in Hem heeft God willen wonen in heel zijn volheid, om door Hem het heelal met zich te verzoenen en vrede te stichten door het bloed, aan het kruis vergoten om alles in de hemel en op aarde te verzoenen, door Hem alleen. Evangelie: Luc 23, 35-43


Toen Jezus aan het kruis hing, stond het volk toe te kijken, maar de overheidspersonen lachten Hem uit en zeiden: “Anderen heeft Hij gered; laat Hij zichzelf eens redden als Hij de Messias van God is, de uitverkorene!” De soldaten brachten Hem zure wijn, en ook zij voegden Hem spottend toe: “Als Gij de koning der Joden zijt, red dan uzelf.” Boven Hem stond als opschrift in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: “Dit is de koning der Joden.” Ook een van de misdadigers die daar hingen
hoonde Hem: “Zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons.” Maar de andere strafte hem af en zei: “Heb zelfs jij geen vrees voor God terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat? En wij ondergaan dat vonnis terecht, want wij krijgen wat wij door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets
verkeerds gedaan.” Daarop zei hij: “Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.” En Jezus sprak tot hem: “Voorwaar, Ik zeg u: vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.”

Romaans Holyart    Matthias Grünewald (begin 16de e)    The Passion of the Christ (2004)

In de eerste eeuwen was de gekruisigde Christus duidelijk de koning die de dood overwint en met koninklijke waardigheid aan het kruis ‘staat’. Als de ‘offertheologie’ ingang vindt, wordt Christus diegene die de dood ondergaat, aan het kruis hangt en wordt het offer bloedig in scène gezet. Vaak zo realistisch mogelijk.

Wat betekent het dat we Christus belijden als de Koning van het heelal.
Ook voor mensen met een eerder republikeinse gezindheid heeft die belijdenis zin.
Maar de zin en de betekenis is enkel te vatten voor diegenen
die met meer dan vroomheid en vol verwachting naar de gekruisigde Jezus opkijken.
De belijdenis dient immers samen te gaan met Christus Jezus navolgen in het dragen van het kruis, in het lijden, in het geven van zichzelf.
Dat navolgen kunnen we echter pas definitief doen
door en vanuit een ontmoeting met de verrezen Christus,

waardoor we Hem herkennen als diegene in wie God woont en die ons dus Gods onvoorwaardelijke liefde openbaart.
Dan kunnen we belijden dat de dood niet een definitief einde is en er ondanks alles altijd toekomst, leven, zin en betekenis is.
Dit geloof in ons bewustzijn brengen – noem dat maar de gave van de Geest – was en is het doel van de komst van Christus,
van Gods mensworden in Jezus van Nazaret.
Hij openbaart Gods liefde waarvan niets ons kan scheiden, ook de dood niet. En zo bevrijdt Hij ons van angst voor dood en noodlot,
voor veroordeling en afwijzing, voor twijfel en wanhoop.
Door zijn mensworden in Jezus wil God ons in die liefde doen geloven, wil Hij ons die liefde laten ervaren in diepe vrede en vreugde,
maar roept Hij ons ook op aan die liefde deel te nemen.
Het doel van Gods menswording was niet door een kruisdood ons met Hem te verzoenen, alsof God voor zijn vergevende liefde een bloedig offer eist.
Onvoorwaardelijke liefde eist geen offers en zeker geen mensenleven. Jezus’ kruisdood was een door de religieuze en politieke omstandigheden veroorzaakte consequentie van trouw aan zijn zending.
Hij werd monddood gemaakt zoals velen die mensen van iets bewust willen maken. In die zin heeft die kruisdood ook niets mysterieus.
Alleen voor wie gelooft en Christus Jezus navolgt heeft die kruisdood echter een diepere betekenis.
Ja, door zijn kruisdood heeft Christus Jezus ons verlost, ons vergeving, genezing en verzoening gebracht.
Maar dat alles is er niet als het gevolg van een op zich genomen straf, van het uitboeten, van het op zich nemen van genoegdoening.
Dat is een menselijke strafrechtelijke manier van denken en doen.
Dat is wat mensen eisen en voor sommige mensen
zal er nooit voldoende straf, boete en genoegdoening zijn. Verlossing, vergeving, genezing en verzoening betekent herstel. Het is het herstellen van de oorspronkelijke eenheid met God, niet alleen van een slachtoffer van menselijk onrecht,
maar ook voor een dader, een misdadiger zoals die naast Jezus gekruisigd werd.
Paulus heeft het over onttrokken worden aan het domein van de duisternis en overgebracht worden naar het domein van het licht,
naar het koninkrijk van Christus,
geen aards koninkrijk in stand gehouden door macht, maar een leven van vrede en vreugde in eenheid met God tot stand gebracht en in stand gehouden door liefde.
Aan het kruis heeft Jezus daar één woord voor: paradijs.
Verzoening betekent herstel van het paradijs en van de paradijselijke mens.
Voor de man die naast Jezus sterft houdt dat herstel echter eerst sterven in. De dood is een poort naar het paradijs.
Sterven betekent dus niet het einde, maar een nieuw begin, niet eindigen maar worden.
Dat tonen is ook de betekenis van Jezus’ dood.
Die openbaart Gods liefde die nieuw leven geeft aan wie sterft. Nogmaals, alleen wie de navolging ernstig neemt kan dit snappen, ziet in het sterven de weg naar het leven.
Bedoeld wordt niet alleen het sterven dat ons allemaal wacht,

maar ook het sterven in de navolging, het sterven van ons ‘ik’, van ons angstige ego, van onze zelfzucht
het sterven dat in ons doopsel zijn rituele uitdrukking vindt.
Dan belijden we dat God altijd leven geeft en dat de mens die vol is van zijn Geest leeft en een gezalfde koning is. Ieder mens.

https://www.youtube.com/watch?v=AOoe8K1yj50&list=RDAOoe8K1yj50&start_radio=1