Homilie voor de 26ste zondag door het jaar 28 september 2025
omilie voor de 26ste zondag door het jaar 28 september 2025
Evangelie: Lc 16,19-31
In die tijd zei Jezus tot de Farizeeën: “Er was eens een rijk man, die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feest vierde, terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag. Hij verlangde er naar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Maar er kwamen alleen honden, die zijn zweren likten. Nu gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis. In de onderwereld, ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham en Lazarus in diens schoot. Toen riep hij uit: Vader Abraham, ontferm u over mij en geef Lazarus
opdracht de top van zijn vinger in water te dopen en mijn tong daarmee te komen
verfrissen, want ik word door de vlammen hier gefolterd.
Maar Abraham antwoordde: Mijn zoon, herinner u hoe gij tijdens uw leven uw deel van het goede hebt gekregen en hoe op gelijke manier aan Lazarus het kwade ten deel viel; daarom ondervindt hij nu hier de vertroosting, maar wordt gij gefolterd. Daarenboven gaapt er tussen ons en u
voorgoed een wijde kloof, zodat er geen mogelijkheid bestaat - zelfs als men zou willen - van hier naar u te gaan, noch van daar naar ons te komen. De rijke zei: Dan vraag ik u, vader, dat gij hem naar het huis van mijn vader wilt sturen, want ik heb nog vijf broers; laat hij hen waarschuwen, opdat zij niet eveneens in deze plaats van pijniging terecht komen. Maar Abraham sprak: Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen
luisteren. Maar hij zei: Och neen, vader Abraham! Maar als er een uit de doden naar hen toegaat, zullen ze zich bekeren. Hij echter sprak tot hem: Als ze naar Mozes en de
profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden als er iemand uit de doden opstaat.”
We hebben wel degelijk weet van Lazarus…..
In de eucharistieviering vorige zondag luisterden we
in het onderricht van Jezus naar de parabel van de onrechtvaardige rentmeester.
Het ging in dit onderricht aan zijn leerlingen
over de ingesteldheid tegenover bezit en rijkdom
en over de wijze waarmee je met bezit en rijkdom omgaat.
En we kunnen en moeten opnieuw even herhalen wat daarover voor ons geldt.
De enige houding die de leerling van Jezus tegenover bezit kan aannemen is deze van rechtvaardigheid en dat betekent:
ervoor zorgen dat aan ieder mens toekomt waar hij of zij recht op heeft,
en dat is alles wat mensen nodig hebben om een waarlijk menswaardig leven te leiden. Lazarus is beeld van de mens die geen menswaardig leven kan leiden.
Wat daar de oorzaak van is, is een vraag die mag gesteld worden, vooral om die oorzaak weg te werken.
Maar ondertussen is er nood aan daadwerkelijke solidariteit
waarvoor uiteraard eigen bezit en rijkdom kan ingeschakeld worden en/of
men zich kan vinden in het gegeven dat daarvoor belastingsgeld wordt ingeschakeld.
Ter verontschuldiging van de rijke zou kunnen ingeroepen worden, dat hij
van het bestaan van Lazarus noch van diens lamentabele toestand op de hoogte was. “Wir haben es nicht gewusst…”
Dat kan men door verslaggeving van de media niet zo maar meer zeggen.
In zijn One Man Show van 1991 heeft Toon Hermans
in het stukje Seks op de buis wat kritiek over voor het medium televisie. Maar op het einde stelt hij toch:
“Het (medium) heeft ons iets laten zien wat niemand ooit eerder zag: namelijk de derde wereld. Nu weten we wat het is.
Vroeger wisten we niets van die hele wereld.”
En hij gaat dan verder met grappig te stellen dat solidariteit in zijn kindertijd erin bestond zilverpapier te sparen voor de arme kindertjes:
“Zelf de chocola opvreten en als je hem op hebt die kinderen het papier sturen.”
Volgens AI benadrukte Toon Hermans toen dat liefde het belangrijkste is en dat we niet in afzonderlijke werelddelen moeten denken,
maar dat er slechts één mensheid is.
Liefde, het belangrijkste dus, betekent wel degelijk solidariteit:
het opnemen van zorg en verantwoordelijkheid voor het leven en welzijn van anderen, vooral die anderen die om welke reden ook gebrek hebben aan middelen
om zelf voor een menswaardig leven te kunnen instaan.
En dit, omdat hen die middelen ontnomen worden of stuk gemaakt worden.
In verband met de van christenen verwachte solidariteit
dienen we uiteraard te verwijzen naar de parabel van het oordeel op het einde van het Matteüsevangelie:
Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven.
Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen, Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed,
Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht,
Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.
In het boek Ongehoord. Christen zijn volgens de bergrede
schrijft de exegeet Peter Schmidt als commentaar bij deze passage: “Onrustwekkend is het beeld vanwege de concreetheid van het engagement dat van mij gevraagd wordt.
Niet welke theorieën ik aangehangen heb, niet welke cultuspraktijken ik volbracht heb, niet tot welke groep of factie ik behoorde, staat hier op de voorgrond,
maar hoe ik daadwerkelijk stond bij mijn broer en zus in nood.”
We kunnen daar met de Amerikaanse franciscaan Richard Rohr aan toevoegen, dat solidariteit inderdaad meer kwetsbaarheid en toewijding vraagt
dan het bijwonen van een kerkdienst of deelnemen aan spirituele activiteiten, en christelijke geloofsbeleving meer is
dan enkel in stilte in een gedisciplineerde houding te zitten. Want als het daardoor verworven inzicht van goddelijke liefde zich niet uit in daadwerkelijke solidariteit,
dan leiden deze vormen van spiritualiteit
– om de woorden van Paulus te gebruiken – tot niets.
Het exempel-verhaal van de rijke en de arme Lazarus
toont ons in de rijke de vertegenwoordiger van die mensen, die volledig opgaan in de genietingen van deze wereld,
materiële én geestelijke, alles in het werk stellen om deze te vrijwaren, maar zich om mensen niet bekommeren en dus ook niet om God!
De boodschap is dezelfde
als deze van de parabel van het oordeel in het Matteüs-evangelie.
En deze parabel richt zich – zoals ons exempel-verhaal tot mensen die wel degelijk weet hebben van Lazarus.
Zoals de grootmachten van deze wereld en alle politieke leiders wel degelijk weet hebben van wat zich in Gaza en Soedan afspeelt. Het ontkennen van de Holocaust is strafbaar.
De ellende van Lazarus in Gaza en Soedan
en in veel andere plaatsen ontkennen dus ook.
Maar ontkennen betekent voor ons meer dan de feitelijkheid ontkennen. Het is nalaten solidariteit te betonen.
In het evangelie blijken twee zaken onvergeeflijk te zijn,
twee zaken die beide het tegendeel van barmhartigheid zijn:
het gebrek aan solidariteit en het gebrek aan vergevingsgezindheid.
Want vooral in solidariteit en vergevingsgezindheid openbaren we Gods onvoorwaardelijke liefde.
https://www.youtube.com/watch?v=bvCvNupAhYg
Even geen muziek. Het was mooi. Goed ook. Noodzakelijk zelfs.
Maar veranderde niet fundamenteel de situatie van Lazarus in de wereld….