Homilie Christus Koning 2025
Homilie Christus Koning 2025
Zusters en broeders,
Ook al is het al heel wat jaren geleden, toch herinner ik me nog wat de bedenking die Kardinaal Danneels uitsprak op de uitvaart van Koning Boudewijn. Hij zei: In de toekomst zullen velen het portret van de koning schetsen. Maar zullen ze ‘het geheim van de koning’ vinden? Want hij had een geheim. Het was zijn God, die hij hartstochtelijk liefhad en door wie hij zich zeer bemind wist!
Die woorden, broeders en zusters, lijken me een goede poort te zijn om iets te zeggen over het geheim van de Koning, die we vandaag vieren – Christus Koning. En ik vermoed dat we evenzeer uitkomen bij het geheim van zijn Koninkrijk en bij het geheim van hen die tot dit Koninkrijk behoren.
Het geheim van onze Koning, van Jezus: ‘Zijn geheim was zijn Vader die Hij met een kinderlijke genegenheid liefhad en door wie Hij zich zozeer uitverkoren wist’. Voor Jezus was zijn Vader alles en al het andere was er slechts in betrekking tot zijn Vader. Mag ik het zó zeggen: Jezus was zo zeker van zijn Vader, van de liefde van zijn Vader, dat Hij niet de minste zorg had voor zichzelf. Wie Mij ziet, ziet de Vader. Zo’n totale doorzichtigheid is nauwelijks te vatten. Het betekent tevens dat onze God in Jezus de mensen ontstellend nabij is gekomen. In Jezus bezoekt God zijn volk.
En zo zitten we midden in het geheim van Jezus’ Koninkrijk: Gods onvoorstelbare nabijheid bij ons, mensen. Dat is het Rijk dat Jezus op aarde is komen vestigen: God-met-ons, een God die zich verloren geeft aan de mens, een God die ons zo liefheeft dat Hij onder ons wil verblijven, niet ver weg, niet boven ons… maar tussen ons in. Het betekent evenzeer dat de mens met eerbied wordt tegemoet getreden - een barmhartige eerbied zou ik het durven noemen, omdat hij de mens neemt zoals de mens is.
Mààr laat de mens een dergelijke nabijheid toe? Die barmhartige eerbied van God maakt dat geheim nog meer geheimnisvol. God wil alles voor ons zijn. Hij wil niets anders dan ons heil. Maar Hij dringt zich niet op. Hoe beslissend het Koninkrijk voor de mens ook is – het is en blijft een gave. En dat toont zich in de manier waarop Gods Koninkrijk zich realiseert. Ik noem slechts twee trekken: Gods Koninkrijk is een verborgen rijk; Gods Koninkrijk dient zich aan in machteloosheid.
Verborgen… stille aanwezigheid… slechts te bespeuren met ogen van geloof. Machteloos.. Laten we even naar onze Koning Christus kijken. Waar is zijn kroon? De enige kroon die we vinden is een doornenkroon. Waar is zijn troon? De enige troon die ik vind is het kruis. Onze Koning geeft er de voorkeur aan in een volstrekte broosheid onze mensengeschiedenis binnen te komen. Zo’n risico heeft Hij genomen uit eerbied voor de mens. Ik zei het al dat Jezus zó thuis was bij de Vader, dat Hij geen aandacht vraagt voor zichzelf. Vanuit die grote zelveloosheid kan Hij eveneens zijn aandacht en zijn liefde geven aan de mens. Het evangelie van deze dag verwoordt dit heel helder: de overheidspersonen riepen: “Anderen heeft Hij gered; laat Hij zichzelf eens redden, als Hij de Messias van God is, de uitverkorene, de geliefde.” En de soldaten zeiden spottend: “Als Gij de Koning der Joden zijt, red dan Uzelf.” Dat doet Jezus juist niet. Hij redt anderen, niet zichzelf.
Zusters en broeders, er is daaromtrent nog heel wat te zeggen, maar ik wil uitkomen bij het geheim van hen die tot dit Koninkrijk behoren… ons eigenste geheim. Ook het geheim van ons leven is onze God – God zoals Hij tot ons kwam in Jezus. Is daarvan iets te merken in ons geleefde leven? Is Jezus echt de Koning in mijn leven? Mag Jezus werkelijk Heer en Meester zijn in mij, in elk hoekje en kantje van mijn wezen? Laat ik Hem binnen zelfs op die plekken die ik angstig verborgen houd? Op het einde van deze visitatie is dit een uitnodiging naar elke zuster van deze gemeenschap. Wil Jezus Koning zijn, dan mag er geen plekje in mij, in ons uitgesloten worden van zijn heerschappij!
En naar onze gemeenschap toe, naar ons gezin toe: Mag Jezus de Heer zijn van onze gemeenschap, van ons gezin? Laten wij Hem toe in onze vreugden en in onze zorgen? Mag Hij echt onze Koning zijn? Hem aan wie wij ons leven en ons samenleven toevertrouwen! Of denken wij soms dat Hij met bepaalde situaties niets van doen heeft? Ik meen soms deze wet te onderkennen: wat wij buiten Hem houden verdeelt een gemeenschap. Waar Hij mag zijn, komt er eenheid. In feite kunnen we niet Jezus voor de helft Koning laten zijn! Nee, Hij is Koning van heel ons leven. En dat leven heeft Hij lief. Daartoe is Hij in de wereld gekomen. En daartoe heeft Hij zijn leven gegeven ten einde toe. Zo heeft Jezus ons getoond dat zijn Vader een barmhartige Vader is.
Broeders en zusters, laten wij ons aan Hem toevertrouwen. Laat Hem echt Koning zijn – durft zijn naam – Jezus – uitspreken in alle omstandigheden van het leven en bidt maar: Jezus, denk aan mij, denk aan ons, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.
Amen.